In contact workshops 13 september 2022: 14.00 u. - 15.30 u.

Symposia (90 min)

Workshops (60 min), mededelingen (20 min)

Film

 

Symposia

S5: Vanuit verbinding en expertisedeling omgaan met seksualiteit en grenzen

Door Ninke Duquet en Sanneke Wilson

In de verschillende bijdrages van het symposium wordt ingegaan hoe nabijheid en verbinding van wezenlijk belang zijn in het omgaan met seksualiteit en grenzen. Theorie en praktische handvaten worden voorgesteld zodat hulpverleners en leefgroepwerkingen versterkt worden in hun expertise en handelingsverlegenheid wordt omgebogen naar handelingsbereidheid. Teneinde residentiële voorzieningen voor jongeren en verschillende hulpverleningsactoren te ondersteunen in het omgaan met seksualiteit en seksueel (grensoverschrijdend) gedrag door jongeren, ontwikkelde Yuneco Caro-I.T.E.R. de Praktijkgids Seksualiteit en Grenzen.
    
Extra samenvattingen 
1.    Impact van residentieel verblijf op de seksuele ontwikkeling van jongeren: het belang van relaties Charlotte De Pourcq Wat jongeren die in een residentiële voorziening verblijven onderscheidt van leeftijdsgenoten, is in eerste instantie de leefcontext waarin ze zich bevinden. Die verblijfscontext heeft een invloed op zowel de aard van verschillende relaties als op de seksuele ontwikkeling van jongeren. In deze bijdrage wordt verkend wat de impact van een residentieel verblijf is en hoe hieraan vanuit contact en connectie tegengewicht geboden kan worden.

2.    Verbindend in gesprek over seksualiteit en seksueel grensoverschrijdend gedrag Sarah Daelemans Praten over seksualiteit stelt professionals vaak voor een uitdaging. Er heerst bezorgdheid over de wijze waarop het gesprek wordt aangegaan en over de impact van het gesprek op de hulpverleningsrelatie. Er wordt nagegaan hoe nabijheid en contact hulpverleners kunnen versterken in het spreken over seksualiteit en zo de ontwikkelingsmogelijkheden van jongeren kan verruimen. Ook wordt onderzocht hoe verbinding in team een positief effect heeft op de teamreflectie over seksualiteit en grenzen, en het handelen daaromtrent versterkt.

3.    Ook bij een niet-pluisgevoel in contact blijven Bo Neirynck Verontrusting aangaande seksueel gedrag van jongeren is een gekend gegeven in de jeugdhulp. Deze bijdrage definieert niet-pluisgevoelens en verontrusting en maakt van daaruit de brug naar vervolgstappen. Er wordt een stappenplan geboden hoe handelingsverlegenheid kan omgezet worden tot handelingsbereidheid, vanuit zowel verbinding in het team als de betrokkenheid naar jongeren.

4.    Veiligheid installeren vanuit nabijheid Ninke Duquet Na seksueel grensoverschrijdend gedrag is het cruciaal om veiligheid te installeren voor alle betrokkenen. In deze bijdrage wordt vertrokken van een brede definitie van veiligheid en wordt bekeken hoe veiligheid zich verhoudt tot verbinding. Op welke wijze kan nabijheid veiligheid verhogen? Hoe kan er een kwalitatief veiligheidsplan opgesteld worden, dat tevens rekening houdt met de ontwikkelingskansen en groeimogelijkheden van de jongeren? Er worden concrete handvaten aangereikt met betrekking tot de implementatie en het gebruik van een veiligheidsplan en ingegaan op de nood aan samenwerking tussen de verschillende betrokkenen.

S7: Mogelijkheden en uitdagingen om via Bednet connectie te houden met het gewone schoolleven

Door Kristien Laduyse, Mathieu Tallon, Ilse Noens en Bie Tremmery

Bednet organiseert in Vlaanderen synchroon internetonderwijs (SIO): een vorm van online afstandsonderwijs voor leerlingen die door ziekte langdurig of regelmatig niet naar school kunnen gaan. Zo kunnen ze doorheen hun ziekte, behandeling en herstel les blijven volgen met de klasgroep, bij de klas blijven horen, en vertrouwd blijven met het typische schoolritme. Het Bednet-computermateriaal is specifiek ontwikkeld om 1 afwezige leerling te verbinden met een klasgroep die fysiek les volgt, om zowel in de klas als thuis het gevoel te creëren dat de afwezige leerling echt mee in de klas aanwezig is en mee in interactie kan gaan. Bednet is mogelijk voor kinderen vanaf 5 jaar, in alle onderwijsrichtingen en voor alle mogelijke ziektebeelden. Het aantal leerlingen dat omwille van psychische problemen uitvalt op school en zich aanmeldt bij Bednet stijgt jaar na jaar. In het secundair onderwijs is het sinds een 5-tal schooljaren zelfs de meest voorkomende groep. Les volgen via Bednet is een manier om de link met het normale schoolleven niet helemaal door te knippen en te voorkomen dat deze leerlingen geïsoleerd geraken van hun leeftijdsgenoten. In dit symposium bundelen we inzichten uit praktijk en onderzoek over de doelgroep, het gebruik, de uitkomsten en de uitdagingen in het gebruik van Bednet voor leerlingen met psychische problemen.

Extra samenvattingen 
1.    Langdurig afwezig op school door ziekte en toch mee aanwezig in de klas via Bednet Elk schooljaar kunnen duizenden leerlingen door ziekte langdurig of regelmatig niet naar school. Bednet organiseert en begeleidt synchroon internetonderwijs (SIO), één van de mogelijkheden in Vlaanderen om het onderwijs verder te zetten tijdens ziekte, behandeling en herstel. Het is een vorm van online afstandsonderwijs, specifiek ontwikkeld voor situaties waarin een volledige klasgroep fysiek aanwezig is, maar 1 of 2 leerlingen gedurende een langere periode van op afstand deelnemen. Via Bednet zetten ze hun leerproces verder, houden ze contact met de klasgroep en blijven ze ook vertrouwd met het gewone schoolleven en -ritme. Het Bednet-computermateriaal is ontwikkeld om zowel in de klas als bij de afwezige leerling het gevoel te creëren dat de leerling ‘echt’ mee in de klas aanwezig is. Via het scherm van de Bednet-klasset is de afwezige leerling zichtbaar aanwezig, wat de interactie met leerkrachten en klasgenoten stimuleert. De Bednetter kan via de omgevingsmicrofoon en de beweegbare camera alles horen en zien wat in de klas gebeurt. De Bednet-software ondersteunt de typische klasactiviteiten zoals praten met elkaar, samenwerken, hand opsteken, … In 2021 volgden 1.429 leerlingen met zeer uiteenlopende ziektebeelden les via Bednet (70% secundair en 30% basisonderwijs). In deze sessie gaan we dieper in op de algemene werking van Bednet, de eigenheid en evolutie van de doelgroep, en de betekenis van synchroon internetonderwijs voor langdurig zieke leerlingen. Spreker: Mathieu Tallon, algemeen directeur van Bednet.

2.    Stijgend aantal Bednetters met psychische problematiek: eigenheid en evolutie van de doelgroep In schooljaar 20-21 volgden bijna 8 keer zo veel leerlingen met psychische problemen de lessen via Bednet als 5 schooljaren geleden (278 t.o.v. 32). Elke leerling meldt zich aan bij Bednet omdat het niet langer lukt om (elke dag) naar school te gaan. De problemen waar deze leerlingen mee kampen, zijn heel verschillend. Soms is er sprake een van een specifieke diagnose (eetstoornis, depressie, angststoornis, …), soms zijn er allerlei psychische klachten of gedragsmoeilijkheden zonder een duidelijke diagnose, soms is de psychische problematiek onderdeel van een ruimere mix van problemen. Via Bednet kunnen deze leerlingen op een veilige manier blijven ervaren of stap voor stap terug voeling opbouwen met het gewone schoolleven. Afhankelijk van wat de leerling aankan, kan Bednet anders ingezet worden in het onderwijs- en herstelproces: het aantal uur Bednet per week, de mate van actieve deelname of groepsactiviteiten tijdens de Bednet-lessen, Bednet afwisselen met fysiek aanwezig zijn op school,... Bednet is meer dan het beperken van leerachterstand. Het zorgt dat leerlingen niet geïsoleerd raken van hun leeftijdsgenoten en geeft ook het positieve signaal dat je blijft geloven in hen én in een terugkeer naar school, hoe moeilijk dat soms ook lijkt. In deze sessie bespreken we de eigenheid en evolutie van de doelgroep Bednetters met psychische problematiek, en belichten we de mogelijkheden om via Bednet de connectie met het schoolleven te behouden of terug op te bouwen. Spreker: Kristien Lacluyse, beleidsmedewerker bij Bednet.

3.    Bednet bij psychische problematiek: meerwaarde en knelpunten volgens ouders Wat kan Bednet betekenen als je kind niet naar school kan door psychische problemen? In hun masterproef onderzochten Annabel Thys en Dorien Ferson via een online bevraging bij ouders van leerlingen met een psychische problematiek hoe zij het gebruik van Bednet ervaren hebben voor hun kind. Ouders benoemen zeker de meerwaarde van Bednet om het schooltraject verder te zetten tijdens de afwezigheid. Voordelen zijn onder andere het ervaren van minder prikkels, stress en drukte, les kunnen volgen op eigen tempo, opdoen van positieve schoolervaringen, en afgeleid zijn van de psychische problemen. Maar er zijn ook duidelijke knelpunten. De meerderheid van deze leerlingen ervaart moeilijkheden tijdens het les volgen via Bednet, die gepaard gaan met stress, frustratie en onzekerheid. Vaak voorkomende moeilijkheden zijn het blijven ervaren van een te hoge schooldruk, het moeilijk vinden om in beeld te komen in de klas, technische storingen, onbegrip van leerkrachten of klasgenoten,... Opvallend is ook dat de voltijdse fysieke terugkeer naar school voor een aanzienlijke groep van deze leerlingen niet lukt. In deze sessie belichten we de resultaten van het onderzoek en gaan dieper in op de betekenis ervan voor de werking van Bednet en de rol die onderwijs kan spelen voor leerlingen met psychische problemen. Spreker: Ilse Noens is hoogleraar aan de KU Leuven, onderzoekseenheid Gezins- en Orthopedagogiek, en promotor van de masterproef.

4.    Bednet bij psychische problematiek: good practices, uitdagingen en adviezen voor hulpverleners Hulpverleners (kinderpsychiaters, psychologen, orthopedagogen, therapeuten,…) zijn een belangrijke partner in het adviseren van scholen en gezinnen bij het overwegen, het voorbereiden en het zo optimaal mogelijk gebruiken van Bednet in het onderwijs- en behandelproces van kinderen en jongeren met psychische problemen. Meer dan bij lichamelijke aandoeningen, worstelen scholen dikwijls nog met het bepalen van de noden en mogelijkheden van leerlingen met psychische problemen om een onderwijstraject op maat te kunnen uitstippelen. Anders ook dan bij lichamelijke aandoeningen, zijn psychische problemen vaak ook mee gemedieerd door schoolse factoren. Hulpverleners hebben een belangrijke rol in het netwerk rond psychisch zieke leerlingen, samen met school, CLB en gezin. Zo kunnen ze mee adviseren of en hoe Bednet ingezet kan worden in het onderwijstraject. Bednet is niet geschikt voor elke leerling en het gebruik ervan is niet altijd vanzelfsprekend. Toch biedt het heel wat mogelijkheden om de mentale weerbaarheid van jongeren te versterken en de connectie met het gewone schoolleven te behouden of terug op te bouwen. In deze sessie gaan we dieper in op de complexiteit van het gebruik van Bednet voor jongeren met psychische problemen, en reiken we handvatten aan voor hulpverleners om scholen en gezinnen te adviseren en te begeleiden. Spreker: Bie Tremmery is kinder- en jeugdpsychiater, en lid van het Bestuur van Bednet.

 

S8: Gehechtheidsgericht werken met kinderen, jongeren en gezinnen

Door Guy Bosmans, Onderzoekseenheid Klinische Psychologie KU Leuven

‘Verbindend werken’ wordt in toenemende mate als een belangrijke kwaliteit gezien van de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen, jongeren en hun gezinnen. Bij heel wat hulpverleners is er een groeiende interesse om aan dit aspect van hun klinisch handelen invulling te geven op basis van het gehechtheidsdenken. Bowlby formuleerde zijn originele theorie echter eerder abstract en op een metaforische manier, waardoor deze weinig richtinggevend is voor de dagelijkse praktijk en niet altijd even bevorderlijk voor de verbinding tussen hulpverleners onderling. Tijdens dit symposium reiken we jullie twee recente theoretische modellen aan over de ontwikkeling van (on)veilige gehechtheid en een therapeutisch model over het herstellen van gehechtheidsbreuken tussen adolescenten en hun ouders. Vervolgens illustreren we hoe deze drie pijlers ons telkens weer houvast bieden om te werken aan het stimuleren en/of herstellen van veilige gehechtheidsrelaties bij verschillende doelgroepen en in diverse behandelsettings. 

Extra samenvattingen
1.    De leertheorie over gehechtheid en het dynamisch model van de onveilige cyclus Volgens de gehechtheidstheorie hebben alle kinderen een aangeboren nood om zich verbonden en verzorgd te voelen met en door hun ouders, en om op hen te kunnen terugvallen bij stress. Parallel hebben alle ouders de nood om te voelen dat hun kind hen als liefhebbend en zorgend ervaart. Via dit biologisch verankerd systeem zal vervolgens de variatie in de door het kind ervaren kwaliteit van zorg ertoe bijdragen of kinderen veiliger of onveiliger gehecht geraken. Veiliger gehechte kinderen leren vertrouwen in zorg en zullen daardoor sneller steun zoeken bij belangrijke anderen tijdens stress. Recent gehechtheidsonderzoek toont aan dat dit leerproces zich best laat beschrijven volgens de principes van wat binnen de leertheorie bekend staat als ‘safety conditioning’. Onveiliger gehechte kinderen ontwikkelen minder vertrouwen in zorg en zullen alternatieve manieren zoeken om met stress om te gaan. Dit maakt hen kwetsbaar om met hun ouders te verzeilen in wat we een onveilige cyclus noemen: een patroon van interacties waarbij misverstanden in de communicatie het gebrek aan vertrouwen, de daarmee verbonden onderliggende angsten en de gedragsmatige manieren om met stress om te gaan bij gebrek aan steun, wederzijds worden versterkt. In deze bijdrage doen we de leertheorie over gehechtheid en het model van de onveilige cyclus uit de doeken en bespreken we hoe deze ons handvatten bieden om met gezinnen in gesprek te gaan over ‘(on)verbonden zijn’ met elkaar, in de beeldvorming over onveilige relationele dynamieken binnen een gezin en bij het uitdenken van interventies om deze een halt toe te roepen.

2.    Attachment-Based Family Therapy als roadmap om onveilige cycli te doorbreken en nieuw gehechtheidsleren te faciliteren bij adolescenten Tara Santens, KU Leuven ABFT Belgium trainingscentrum Attachment-Based Family Therapy (ABFT) is een kortdurende, systeemtherapeutische interventie waarvoor wetenschappelijk is aangetoond dat het een model van relatieherstel biedt dat een positieve impact heeft op de (aanmeldings)klachten in gezinnen. ABFT is initieel ontwikkeld voor depressieve en suïcidale jongeren en sluit aan bij de huidige stand van zaken in het gehechtheidsonderzoek die suggereert dat emotioneel lijden bij jongeren mee veroorzaakt, in stand gehouden of, belangrijker nog, gebufferd kan worden door de kwaliteit van gehechtheidsrelaties binnen gezinnen. Er wordt vanuit gegaan dat depressieve en suïcidale jongeren gestopt zijn met het opzoeken van steun en zorg van hun ouder(s) of primaire zorgfiguren in tijden van stress vanwege verlies van vertrouwen in zorg doorheen een leergeschiedenis van relationele kwetsuren en emotioneel onafgestemde zorginteracties. ABFT speelt hierop in door met gezinnen als eerste stap in behandeling een verbindend traject te doorlopen gericht op het herstellen en/of versterken van de gehechtheidsrelatie tussen de jongere en diens ouder(s) of primaire zorgfiguur. De kern van ABFT ligt in het gezinnen te helpen (her)ontdekken, communiceren én ervaren dat ze, onderliggend aan alle conflicten, miscommunicaties, afstand, relationele kwetsuren en vertrouwensbreuken, vooral verlangen om zich met elkaar verbonden te voelen. ABFT is opgebouwd uit vijf behandeltaken die fungeren als een roadmap om, doelgericht en systematisch, dit primaire behandeldoel van relatieherstel te bereiken. In deze bijdrage zal het ABFT model met zijn 5 behandeltaken toegelicht worden.

3.    Mag het op onze manier? Het bevorderen en herstellen van veilige gehechtheidsrelaties bij lagere schoolkinderen en hun ouders Leen Van Vlierberghe, KU Leuven, Onderzoekseenheid Klinische Psychologie Bij gebrek aan een gelijk(w)aardig gehechtheidsgericht aanbod dat zich specifiek richt op lagere schoolkinderen, probeerden we doorheen de jaren ABFT ook toe te passen bij deze jongere doelgroep. Hoewel we de systematiek van de behandeltaken zoals in ABFT beschreven min of meer konden vasthouden, moesten we toch vaststellen dat het model onvoldoende recht doet aan de eigenheden van de (gehechtheids)ontwikkeling in deze leeftijdsgroep. In vergelijking met pubers zijn lagere schoolkinderen eerder ‘doeners’ dan ‘praters’, leven ze meer in het ‘hier-en-nu’ en denken ze nog op een concreter niveau. Lagere schoolkinderen hebben hun ouders ook nog heel erg nodig om zich goed te kunnen uitdrukken en zijn vaak nog erg loyaal tegenover hen. De manier waarop in ABFT aan bepaalde behandeldoelen wordt gewerkt, bleek daardoor niet haalbaar bij deze jongere kinderen. Om hieraan tegemoet te komen, ontwikkelden we Middle Childhood Atachment-based Family Therapy (MCAT), een gehechtheidsgerichte interventie voor kinderen tussen 8 en 12 jaar met gedrags- en emotionele moeilijkheden en hun ouders. In deze bijdrage tonen we hoe de leertheorie over gehechtheid en het model van de onveilige cyclus de ontwikkeling van MCAT inspireerden. We bespreken op welke manier we de ABFT roadmap konden behouden maar via een meer speelse en actieve manier van werken beter tegemoet kunnen komen aan de (gehechtheids)ontwikkelingsnoden- en eigenheden van 8 tot 12-jarigen. We presenteren ook kort de resultaten van een pilootonderzoek naar de effectiviteit van MCAT en de tevredenheid van ouders met deze interventie. 

4.    Met vereende krachten van 2/112 naar 30/112? Just wing it Ilse Devacht, UPC KU Leuven, Vleugel K Misschien bestaat er iets als top-(gezins)therapie. Als het bestaat, zal het volgens ons ABFT wel zijn. Wanneer kinderen en jongeren worden opgenomen of intensiever worden begeleid, is er veel meer aan de hand. Met het kind, het gezin en met ons, het interdisciplinaire team van professionele zorgdragers die allen pogen te helpen. Attachment Based Care voor Teams, of kort ABC4T, is een kader gestoeld op gehechtheid en wat we weten over hoe mensen leren. In deze bijdrage laten we kort proeven hoe vanuit dit kader in een leefgroep of met een team therapeutisch kan gewerkt worden, met en in het alledaagse van zorg-interacties. Het doel is om met vereende krachten, het vertrouwen in (ook professionele) zorg te helpen herstellen, nodig voor deze kinderen en jongeren om op te groeien. Zo kunnen we samen met het team en het gezin, van 2 uur naar 30 uur per wakkere week bouwen aan de connecties, de autonomie en de competenties van kinderen en jongeren. 

5.    Attachment-based Blended Care: de ontwikkeling van een nieuwe laagdrempelige online tool, Marlies Wintmolders, KU Leuven, Onderzoekseenheid Klinische Psychologie ABFT en MCAT blijken toenemend beloftevolle interventies te zijn om via het herstellen en/of versterken van de ouder-kind gehechtheidsrelatie, gezinnen te versterken en om aanmeldingsklachten van kinderen en jongeren af te doen nemen. Deze interventies zijn echter tijdsintensief en niet steeds makkelijk toegankelijk voor gezinnen. Nochtans lijkt het belangrijk om ook gezinnen te helpen die vaak in een onveilige cyclus terecht komen, maar waar er nog geen ernstige vertrouwensbreuken zijn ontstaan tussen ouders en kinderen. Deze gezinnen hebben een meer laagdrempelige vorm van hulpverlening nodig. Om die reden, ontwikkelen we momenteel Attachment-based Blended Care (@BC). Dit is een online tool die gebruikt kan worden in eerste lijns-hulpverlening en die beoogt met minimale ondersteuning gezinnen te helpen om onveilige cycli te herkennen en onderbreken, en om op een veilige gehechtheidsstimulerende manier te interageren met hun kind. In deze bijdrage introduceren we @BC en delen we onze eerste ervaringen met deze tool. 

 

Workshops

WS20: In contact met ADHD: ‘What we talk about when we talk about ADHD’

Door Vertessen

ADHD leidt er vaak toe dat relaties in het dagelijkse leven meer onder druk staan. Dit kan zich tonen in verschillende contexten: spanning in relaties ouder-kind, brussen-kind, leerkracht-kind, leeftijdsgenoten-kind. Goede psycho-educatie over ADHD bij de verschillende betrokkenen is dan cruciaal om terug meer in verbinding met elkaar te komen. In de praktijk is het niet altijd evident om een passende manier te vinden om in gesprek te gaan over ADHD. In deze workshops gaan we dieper in op de manieren waarop je met de verschillende betrokkenen hierover in gesprek kan gaan. Workshop 1: ADHD in verbinding gaan met het kind Tijdens deze workshop wordt geïllustreerd hoe je psycho-educatie kan aanbieden op maat van elk kind of jongere. We staan stil bij zowel de informatie die aan bod dient te komen als bij de vorm waarop dit kan plaatsvinden zoals individuele psycho-educatie, psycho-educatiegroepjes & het ADHD-kwartet. Workshop 2: ADHD in verbinding gaan met de school (leerkrachten en klasgenoten) Tijdens de workshop wordt geïllustreerd hoe je psycho-educatie kan aanbieden aan leerkrachten maar ook aan klasgenoten. We staan stil bij zowel de informatie die aan bod dient te komen als bij de vorm waarop dit kan plaatsvinden. Het organiseren van schooloverleg, het gebruik van de ADHD-toolkit en het voeren van een klasgesprek, komen aan bod.

 

WS21: Inleefsessie ADHD-Experience

Door Herssens

Voor personen met ADHD kosten alledaagse, vanzelfsprekende dingen heel wat extra inspanning. Jammer genoeg leidt dit nog te vaak tot onbegrip en wrevel bij de omgeving. Net die negatieve reacties, het ontbreken van ondersteuning en de weinige of zelfs ontbrekende hulp zorgen op die manier voor minder motivatie, schaamte, schuld, een lager zelfbeeld … ADHD is meer dan een hyperactief kind met een aandachtsproblematiek, het gaat niet weg door beter je best te doen of wat strenger aangepakt te worden. Het bepaalt het leven van de persoon met ADHD op elk vlak. Het is dus belangrijk dat de omgeving, zowel de directe als de ruime omgeving, écht begrijpt welke impact ADHD heeft op het dagelijkse functioneren. Daarom heeft centrum ZitStil een inleefsessie ontwikkeld waarin de deelnemers echt in de schoenen kunnen gaan staan van iemand met ADHD zodat ze de impact van de stoornis aan den lijve kunnen ondervinden. Tijdens deze workshop laten we de deelnemers proeven van dit interactieve inleefmoment en worden ervaringsoefeningen afgewisseld met praktijkvoorbeelden. Daarnaast is er ook telkens een korte theoretische duiding waarbij de beleving centraal staat.

 

M5: De implementatie van een comfortroom op een residentiële jeugdpsychiatrische afdeling

Door J. De Vleminck, R. Ieven & K. Moeseke

In het kader van de reductie van vrijheidsbeperkende maatregelen in de kinder- en jeugdpsychiatrie wordt volop ingezet op preventieve strategieën. Een van de evidence-based practices waarbij preventie centraal staat, is het gebruik van de comfortroom. Tijdens deze mededeling willen we bevragen op welke manier de comfortroom kan worden ingebed binnen een therapeutische context als een veilige ruimte om de mogelijkheid tot zelfregulatie te ondersteunen of om in een vroeg stadium de-escalerend te werken. De specifieke focus ligt op het implementeren van de comfortroom. We stellen de vraag naar de belemmerende en faciliterende aspecten bij dit implementatieproces op een residentiële afdeling in de jeugdpsychiatrie en dit vanuit een multidisciplinair perspectief. We delen hierover onze ervaringen vanuit drie types residentiële jeugdpsychiatrische afdelingen: forensisch-therapeutisch verblijf, crisiszorg en therapeutisch kort- en langverblijf
 

WS22: Hoe tieners coachen bij faalangst en perfectionisme?

Door Ann Daenekindt, zelfstandig Trainer, Coach, Bemiddelaar en zaakvoerder van Pendula   

Ervaringsgerichte workshop naar aanleiding van jarenlange ervaring als jongerencoach, bemiddelaar en medisch-sociale wetenschapper. Laagdrempelig, eerste warme ervaring met coaching voor kinderen en tieners: hoe zet je de eerste stap als gezin? Intake, aanpak en oefeningen, gestoeld op de OCP methodiek van Marcel Hendrickx.

 

M6: Loslaten in verbinding: terugkomdagen na een kinderpsychiatrische behandelopname

Door psychologoen en psychiater adolescentengroep K-Delta (Medisch Centrum Sint-Jozef Bilzen)

Ervaring leert dat het voor jongeren spannend is af te ronden na een langdurige opnameperiode. Tijdens de laatste opnamefase komen regulatieproblemen en de nood tot containment en co-regulatie frequent voor. Jongeren en zorgfiguren binnen de leef- en leeromgeving gaven aan een groot contrast te beleven tussen periode van intensieve hulp tijdens opname en de vervolghulp. De zorg dat die bruuske overgang zou leiden tot terugval in het functioneren van de jongeren, resulteerde in een vraag van meerdere partijen tot graduele afbouw van de opname. In 2017 werd gestart met terugkomdagen binnen de Adolescentengroep. Tijdens terugkomdagen volgen jongeren het reguliere therapieprogramma, aangevuld met individuele gesprekstherapie en contextgesprekken. Contact met de thuisschool en zo nodig schooloverleg behoren tot de mogelijkheden, naast verdere afstemming met toekomstige hulpverleners. Medicamenteus kan zo nodig kort op de bal gespeeld worden. Er wordt gestreefd naar een combinatie tussen een kwalitatief therapeutisch aanbod op maat en het faciliteren van de overgang naar minder intensieve vervolghulp. Aantal en frequentie van de terugkomdagen worden in samenspraak met de jongere en de leef- en leercontext afgestemd. Naast het inhoudelijke aanbod, hebben deze terugkomdagen nog andere – meer relationele – betekenissen waarbij een warme afronding en warme overdracht centraal staan. Ervaring leert dat jongeren doorgaans zelf in staat blijken aan te geven wanneer ze klaar zijn om ‘ons’ los te laten en verbinding met het leven buiten het ziekenhuis weer meer op de voorgrond kan staan. Een krachtig signaal dat de persoonlijke groei van jongeren onderstreept.

 

WS23: Reaching out: verbonden vanaf het eerste contact

Omwille van de exponentiële toename van aanmeldingsvragen bij GGZ-actoren worden vanuit de overheid middelen vrijgemaakt om in-, door- en uitstroom van de opnamecapaciteit beter en flexibeler te organiseren. Binnen Kliniek Sint-Jozef maken we van deze middelen intensief gebruik om een multidisciplinair team op te richten die voor het volledige zorgprogramma jeugd ingezet wordt. Wij leggen onze klemtoon op het voor-, tussen- en nazorgtraject, met als voornaamste doel om de wachttijden voor jongeren in te korten. Binnen het voortraject van zorgprogramma jeugd willen we inzetten op de bejegening van de jongeren en hun context, waarbij we reeds vanaf de aanmelding betrokken zijn. Onze rol kan zowel motivatiebevorderend zijn als in overleg gaan met de betrokken bredere (zorg)context. Voor jongeren waar het netwerk ontoereikend is kunnen we hen in deze fase ook reeds toeleiden naar betekenisvolle partners. Daarnaast hebben we een signaalfunctie tijdens het opnametraject van de jongere om de klinische behandelduur zo kort als mogelijk, zo lang als nodig, te houden. Dit door kritisch mee na te denken over het (nazorg)traject, tijdig stappen te durven zetten vanuit een positive risk taking, het empoweren van de context en bestaande samenwerkingsverbanden te behouden en zo nodig nieuwe te installeren. In de workshop nemen we jullie mee in onze aanpak op maat.

 

WS25: Klasziekaal, het steunpunt onderwijs voor zieke leerlingen West-Vlaanderen

Door Siska Buysschaert, Provincie West-Vlaanderen, Expertisecel Onderwijs - Klasziekaal

Onderwijs is een recht, ook voor kinderen en jongeren die ziek zijn. Voor jongeren die wegens ziekte, vaak of langdurig van school afwezig zijn, blijft contact met het schoolse gebeuren, leerstof, leerkrachten en klasgenoten, heel belangrijk om de terugkeer naar school te faciliteren. Enerzijds om bij te blijven met de les. Anderzijds zijn de sociale en emotionele aspecten minstens even belangrijk. Om ervoor te zorgen dat scholen, artsen, ouders, … in het versnipperde landschap van onderwijsmogelijkheden voor zieke leerlingen hun weg vinden, richtte de Provincie West-Vlaanderen het partnerschap Klasziekaal op. Vzw Bednet, vzw School & Ziekzijn en de West-Vlaamse ziekenhuisscholen BAZ, Het Zeelyceum en Twoape zijn de partners. Ook met het Netwerk Samen tegen Schooluitval wordt samengewerkt.
Klasziekaal denkt samen met de ouders, de leerkrachten, de artsen, … na over het mogelijk onderwijsaanbod voor de individuele leerling en ondersteunt waar nodig bij de aanvraag of opstart.
In een workshop legt Klasziekaal het belang van onderwijs voor zieke jongeren uit. Wat zijn de onderwijsmogelijkheden, hoe neemt de school de zieke leerling mee in het zorgbeleid en wat is de rol van de begeleidende artsen en zorgdeskundigen?

 

M7: EGL… weg van dé psychiatrie, in contact met de natuur, jezelf en de ander

Door Eurlings

mArquee is een crisis- en behandelafdeling voor jongeren met een psychische kwetsbaarheid. Als afdeling willen we een veilige behandelplek zijn waar jongeren tot rust kunnen komen en hun rugzak vullen met helpende handvaten. De behandelplek reikt voor ons verder dan de ‘muren van de afdeling’ en brengt ons onder andere in contact met de kracht van de natuur. In dit kader zijn we gestart met het uitwerken van ervaringsgerichte staptochten. De staptochten zijn voor ons en de jongeren een nieuw avontuur. Het is een zoektocht waar we samen enorm van genieten. ‘Ervaren van’, het ontmoeten van obstakels en krachten op onze tocht, gidsen ons naar steeds sterkere ervaringsgerichte staptochten. Het is een leerrijk, kleurrijk en verrijkend proces dat we graag met jullie willen delen. Ook laten we jullie graag mee nadenken over uitdagingen op ons pad, dit door het voorleggen van enkele stellingen en dilemma’s. Zo hopen we ook jullie te kunnen inschakelen als helpende gidsen op ons pad.

WS26: Connecting some body: speelse ervaringstocht naar de plaats van het lichaam binnen de traumatherapie

Door Vanfraussen

In deze workshop willen we je deelgenoot maken van onze zoektocht naar hoe we het lichaam een plaats hebben leren geven in de traumatherapie bij kinderen en jongeren. We bespreken eerst hoe we een aantal belangrijke neurobiologische concepten als leidraad verankerd hebben in de klinische praktijk. Vervolgens nodigen we je uit om op nieuwsgierige wijze de wijsheid van het eigen lichaam en dit van de cliënt in het hier-en-nu te verkennen. We laten je graag ervaren hoe je als therapeut het lichaam een plaats kan geven en de cliënt kan uitnodigen om bewust en onbevooroordeeld het eigen lichaam te verkennen en het als hulpbron te leren herkennen en inzetten. In deze workshop maak je via kleinere en grotere lichaamsgerichte interventies kennis met de onderste bouwstenen van een ervaring en ondervind je hoe dat wat vaak impliciet blijft, expliciet gemaakt kan worden binnen een geïntegreerd behandelingsproces.

Katrien Vanfraussen is klinisch psychologe, PhD, psychotraumatologe (BIP) en EMDR-practitioner. Ze is werkzaam op de Psychiatrische Afdeling voor infants, kinderen en adolescenten (PAika) van het UZ Brussel. Ze legt zich toe op de diagnostiek en behandeling van o.a. pleeg- en adoptiekinderen met negatieve vroegkinderlijke ervaringen (complex trauma). Ze vertaalt de neurobiologische impact van trauma naar de klinische praktijk met uitgesproken aandacht voor het lichaam. 
Cindy Creemers is kinder- en jeugdpsychiater. Ze werkte 12 jaar op de K-dienst van PZ Asster in St-Truiden en is sinds 2017 werkzaam in MFC Covida unit Siemkensheuvel in Maaseik. Daarnaast heeft ze een privépraktijk gericht op psychotraumatologie in Bree. Ze is psychotraumatologe (BIP), kandidaat EMDR-practitioner en Certified Advanced Practitioner Sensorimotor Psychotherapy.
Edward Campforts is kinder- en jeugdpsychiater en afdelingshoofd van de Psychiatrische Afdeling voor infants, kinderen en adolescenten (PAika) van het UZ Brussel. Hij is psychodynamisch therapeut met een bijzondere interesse voor en expertise in Geweldloos Verzet, hechting, adolescenten, adoptie- en pleegkinderen.

 

WS27: Can we get a Connection? Inzetten op relationele continuïteit in de transitiezorg voor jongvolwassenen

Door Tom Vansteenkiste, Zorginhoudelijk Coördinator, Zorggroep Multiversum, Beschut Wonen & Veerkrachtwonen - Kelly Vermeulen, Klinisch Psycholoog-Emotion Focused Therapeut, Zorggroep Multiversum, Veerkrachtwonen - Laura Schiltz, Klinisch Psycholoog-Systeemtherapeut, Zorggroep Multiversum, Veerkrachtwonen

De fase van de adolescentie en jongvolwassenheid kenmerkt zich door een aantal belangrijke ontwikkelingstaken op diverse levensdomeinen. In ons project Veerkrachtwonen (Zorggroep Multiversum) werken we voor jongvolwassenen met een psychische kwetsbaarheid in een ondersteunend woonkader. Daar worden we dagelijks geconfronteerd met de uitdagingen die deze specifieke ontwikkelingstaken met zich meebrengen. Veel daarvan speelt zich af binnen de relaties die jongeren aangaan met hun omgeving. Veerkracht is meedeinen op golven van verandering. Afhankelijk van de context waarin iemand zich bevindt, worden er andere posities ingenomen zowel vanuit de jongere als vanuit de hulpverlener en naastbetrokkenen. Een verblijf in een opnamesetting is anders dan ambulante behandeling of begeleiding naar zelfstandig wonen. Hoe een vertrouwensband opgebouwd wordt of hoe een traject aangegaan wordt, is essentieel in ons werk maar niet vanzelfsprekend. In deze participatieve workshop vertrekken we vanuit de stem en ervaringen van de jongeren zelf. Met behulp van interactief materiaal en praktijkvoorbeelden reflecteren we over hoe jongeren verschillende facetten van zichzelf wel of niet tonen. Welke delen van zichzelf laten ze zien in welke context? Hoe uit zich dat in de relaties die ze aangaan? En welke stereotypen leven er hierover bij jongeren én hulpverleners? Samen met de deelnemers gaan we via uitwisseling en discussie dieper in op hoe we als hulpverlener een basis van relationele continuïteit kunnen installeren in afstemming met de jongere. Can we get a connection?

 

WS28: De adolescentie als tweede kans? Perspectieven vanuit Village project MFC Bethanië

Het Village project MFC Bethanië is een bijzondere werking, ontstaan vanuit de hedendaagse nood aan zorgcontinuïteit en het bieden van nieuwe ontwikkelingskansen aan kwetsbare jongeren in een transitiefase naar volwassenheid. Een eigen veilige plek die groeimogelijkheden biedt, omgeven door een gemeenschap van studenten, ondersteund door een multidisciplinair team en een netwerk van begeleiders. Het project werd verder uitgewerkt en verfijnd in de loop van de jaren. Er werd geleerd uit successen en uitdagingen, door feedback van jongeren en personeel. Het Village project werd bekroond omwille van het innovatieve en participatieve karakter van de werking die bruggen bouwt tussen jeugdzorg en hulpverlening voor jongvolwassenen. We zijn bijzonder dankbaar dat we in samenwerking met het Vlaams Welzijnsverbond en Cachet dit project verder kunnen optimaliseren en uitbouwen. Eén van de doelstellingen die we graag willen realiseren is het bundelen van onze inzichten en ervaringen zodat we ook andere organisaties kunnen inspireren. In dit kader is er een draaiboek opgesteld en worden interactieve vormingssessies voorzien. Duurzame alternatieven voor een langdurig residentieel verblijf in de jeugdhulp vallen binnen Bethanië onder de zogenaamde Village projecten. Deze zijn ontstaan vanuit de missie: ‘It takes a whole village to raise a child’. Doel is bewegingen of structuren opgezet die de inclusie en integratie van personen met een beperking en/of gedrags- en emotionele problemen bevorderen. De focus ligt op het belang dat ook kwetsbare jongeren sociaal en emotioneel verbonden moeten raken in betekenisvolle relaties. Bethanië wil in deze projecten jongeren met gedrags-en/of emotionele problemen laten opgroeien in een inclusieve samenleving (pleeggezin, woongemeenschap).
Jolien Beirinckx, teambegeleidster MFC Bethanië
Maya Schevernels, directikppese zorg MFC Bethanië
Dr. Koen Vandenbosch, kinderpsychiater MFC Bethanië

 

WS29: NVR toegepast binnen de For-K

In het werken met plegers van grensoverschrijdend gedrag blijft het zoeken naar een pedagogische aanpak op de afdeling die op de juiste manier de soms hoge nood aan zorg die vereist is vanuit de psychiatrische problematiek, verbindt met de nood aan begrenzing, toezicht en structuur die wordt verwacht vanuit de forensische risico-inschatting. Hiervoor wordt enerzijds een gefaseerd vrijhedensysteem gehanteerd en maken we gebruik van een sterk gedragsmatig kader bij duidelijk grensoverschrijdend gedrag. In de dagelijkse begeleiding van onze jongeren bleek dit kader onvoldoende om op een zorgzame en verbindende manier in contact te blijven met jongeren die afdelingsontwrichtend gedrag stellen of moeilijk bij te sturen. We stellen graag voor hoe we de principes van geweldloos verzet als afdeling omarmd hebben en integreren in onze sterk gedragsmatige aanpak op de afdeling.
Mochten deze bijdragen onvoldoende specifiek zijn of reeds aan bod komen op ander plekken, zijn we zeker bereid ze verder uit te werken of andere thema's te belichten. Gezien de aandacht die er op dit moment is voor forensische psychiatrie lijkt het ons zeker wenselijk dat dit werkveld vertegenwoordigd kan zijn op het congres.

 

WS30: Hoe een motivationeel traject aangaan met jongeren met een forensische problematiek. Waar liggen de kansen tot verbinding?

Door Danny Moins, Mobiel Forensisch Care medewerker Inna Katsnelson

Hoe kun je je als hulpverlener afstemmen op jongeren, hun context en hun justitiële omkadering? Deze triade vormt een vaak bestaande verbinding binnen forensische trajecten die op elk vlak aandacht vraagt. Sommige verbindingen verlopen goed, maar ook momenten van mismatch kunnen ontstaan. Binnen deze workshop willen we deelnemers laten ervaren hoe een hulpverlener schippert tussen het bieden van specifieke hulpverlening vanuit de geestelijke gezondheidzorg, het mee zorgen voor veiligheid/beveiliging en het tegelijkertijd toeleiden van deze jongeren naar gepaste hulp(voorzieningen). Aan de hand van casussen en stellingen wordt getracht op een interactieve manier stil te staan bij specifieke thema’s die een grote rol spelen binnen dit soort trajecten, waaronder: verantwoordelijkheid, vertrouwen, veiligheid, informatie delen, dader versus slachtoffer, zorgnoden versus delicten. Elk van deze thema’s heeft een grote invloed op het aangaan en behouden van verbinding met deze jongeren en hun (brede) context. Samen met de deelnemers zal gezocht worden naar voorstellen voor het nog verder verstevigen van deze verbindingen of het herstellen van eventuele breuken binnen deze trajecten.

 

WS31: Video hometraining/video-interactiebegeleiding? Een oplossingsgerichte methode om contact tussen ouders/begeleiders en kinderen/zorgvragers te herstellen en te bevorderen

Door Verstappen

Video-interactiebegeleiding/video hometraining maakt gebruik van korte videobeelden uit dagelijkse situaties om de communicatie/interactie met kinderen en tussen personen meer inzichtelijk te maken en te verbeteren. De methodiek wordt ingezet bij alle leeftijden (0-99jaar). Videobeelden die volgens deze methodiek geanalyseerd worden, laten helder de behoeften van kinderen/personen zien. Zo kan er makkelijker afgestemd worden op de andere en op een positieve manier leiding gegeven worden aan een individu/groep. De methodiek wordt binnen de thuiscontext van ouders en kinderen/jongeren gebruikt, alsook binnen groepswerkingen ter ondersteuning van professionele werksituaties en leertrajecten. De methodiek gaat uit van de aanwezige krachten van ouders, alsook de professionele kwaliteit van begeleiders en stimuleert mensen om in de omgang met kinderen/zorgvragers eigen krachten verder te ontwikkelen en aandachtspunten te ondervangen. Effecten op ...

... medewerkers

  • voelen zich positief ondersteund in hun taak;
  • leren hun krachten herkennen en versterken;
  • ervaren meer succes en dus meer plezier in hun werk;…

... de kinderen

  • voelen zich begrepen in hun behoeften;
  • worden positief ondersteund in hun ontwikkeling;
  • ontwikkelen een positief zelfbeeld;…

... de ouders

  • algemeen welbevinden van ouders verhoogt;
  • zelfvertrouwen van ouders neemt toe; ouders worden versterkt in hun ouderrol;
  • veerkracht van ouders verhoogt om met moeilijke situaties om te gaan

Doelgroep deelnemers: Leidinggevende/medewerkers die werken - in gezinnen of groepsopvang en buitenschoolse kinderopvang - met mensen met een beperking. - in ouderenzorg - in de thuiszorg/ thuishulp/ gezinshulp - in ziekenhuizen/revalidatiecentra - in scholen … https://www.steunpunt-vht-vib.be

Karin Van den Broeck, Stafmedewerker gezins- en opvoedingsondersteuning - KOCA vzw te Antwerpen

WS32: Gebruik van AMBIT-model binnen Mobiel careteam

Door Nicaise

In ons mobiel careteam van Yuneco Leuven-Hageland gaan we op pad met moeilijk bereikbare kinderen en jongeren met een complexe en ernstige psychische problematiek. Het zijn vaak moeilijke trajecten en naast hoop/verbinding/verwondering, voelen we soms ook angst/machteloosheid/frustratie/... doorheen onze begeleidingen. De afgelopen jaren merkten we dan ook het belang van een goede vorm van casusbesprekingen en botsten we hierbij zelf op een aantal valkuilen. Binnen het model van AMBIT vonden we inspiratie om onze teambesprekingen anders aan te pakken. De focus van de besprekingen komt te liggen bij het mentaliseren over zowel de hulpverlener als het cliëntsysteem, eerder dan bij het formuleren van adviezen. Dit doen we met vallen en opstaan. In deze workshop presenteren we jullie dus geen kant-en-klaar succesmodel, maar geven we jullie graag een inkijk in ons teamproces en nodigen we jullie uit om hier samen rond in gesprek te gaan. Lees meer info rond AMBIT 

Het YUNECO Care team richt zich op kinderen of jongeren die niet tot bij de nodige hulpverlening geraken, of waarbij het traject in die mate vastgelopen is dat de huidige hulpverlening zelf geen initiatief meer kan nemen of het huidige aanbod niet voldoet. Er wordt gestreefd om door middel van een aanklampend en mobiel aanbod te motiveren en toe te leiden naar de gepaste zorg via het installeren van een netwerk. Het team is multidisciplinair samengesteld.

 

WS33: De LifeCity app: een digitale tool om in écht contact te komen met kwetsbare kinderen

Door De Wilde

De app is het resultaat van een vierjarig participatief onderzoeksproject rond faciliterende IT in de hulpverlening waarbij een team specialisten van de opleidingen Orthopedagogie en Toegepaste Informatica in co-creatie met het werkveld samenwerkten. De app LifeCity laat toe om op een verbindende manier in gesprek te gaan met kwetsbare kinderen van 6 tot 12 jaar rond hun emoties, krachten en talenten, hun steunfiguren en hulpbronnen, dromen en wensen. De tool motiveert kinderen om in gesprek te gaan doordat het aansluit bij hun digitale leefwereld, het gesprek wordt gefaciliteerd doordat er gebruik wordt gemaakt van audio, beelden, metaforen en filmpjes en doordat alles digitaal wordt bijgehouden draagt deze tool ook bij aan de hulpcontinuïteit. De app kan ingezet worden in hulpverleningstrajecten van kinderen waarbij het van belang is om een vertrouwensband op te bouwen met belangrijke steunfiguren. Het kind krijgt via de app eigenaarschap over zijn traject en kan door op ontdekking te gaan in zijn “LifeCity” invulling geven aan het gesprek. Het opbouwen van sociaal kapitaal staat daarbij centraal en door het digitaal karakter dragen we bij aan de relationele continuïteit. Het kind kan via de app zijn levensverhaal in kaart brengen met behulp van betekenisvolle anderen. Alle info op https://lifecity.be/

 

WS34: De eerste keer: wat we van jongeren kunnen leren over hun ervaringen met de eerste stap naar hulp

Door Follaets

Vanuit de Kenniskring Participatie* gaan we (voorjaar 2022) in gesprek met een kleine groep over hun ‘eerste stap’ richting hulp. Op het congres GGZ 2022 zetten we diezelfde jongeren samen met professionele hulpverleners om hierover met hen uit te wisselen. Aan de hand van verschillende methodes zoals getuigenissen, perspectiefgerichte gespreksvoering en dialoog geven we jongeren een stem en krijgen professionals de kans met hen als ervaringsdeskundigen in interactie te gaan. De thema’s preventie, 1e stap, keerpunten & drempels, informatie, toeleiding en hulpbronnen zullen hier een centrale plek krijgen. We rekenen hiervoor op een deelname van maximaal 25 professionele zorgprofessionals. Doelen tijdens de workshop: • Deelnemers wisselen ervaringen met elkaar uit vanuit hun achtergrond als ervaringsdeskundige en zorgprofessional • Deelnemers krijgen inspiratie, tips en perspectieven die een meerwaarde kunnen zijn in hun leefwereld of werkveld • Deelnemers nemen good practices mee naar hun eigen leefwereld of werkveld • Deelnemers krijgen een stem, ruimte en publiek om op gelijkwaardige en participatieve manier met elkaar in interactie te gaan • Hulpverleners krijgen inzicht in de beleving van jongeren bij hun eerste stap naar hulp

*De Kenniskring participatie bestaat uit referentiepersonen participatie en participatiecoaches van de Vlaamse netwerken K&J GG: Pangg0-18, Radar, Ligant, Wingg, Yuneco, Cachet vzw

 

WS35: HECHTING als basis voor emotionele GROEI, THERAPIE en HERSTEL: Psycho-educatie aan de hand van een VERBINDINGSDOOS

Door Vandenberghe

Doelgroep voor deze verbindingsdoos zijn de ouders van kinderen in (spel)therapie, die zelf heel gekwetst zijn in hun hechting en over een verminderd mentalisatievermogen beschikken. Psycho-educatie wordt aangereikt over hechting als basis voor emotionele groei: de stadia van emotionele ontwikkeling worden voorgesteld via de methodiek “De Draad” van Vignero. De werking van de hersenen, van belang voor het emotioneel functioneren, wordt beknopt toegelicht. Vervolgens wordt ook een belangrijk inzicht én aanvoelen geboden omtrent de beginfase van (spel)therapie voor hun kinderen. Het belang van een therapeutische relatie en het specifieke van therapeutisch spel worden aangehaald. Tenslotte worden enkele spelletjes aangeboden, die kunnen bijdragen tot herstel in de verbinding tussen ouder en kind. Via de verbindingsdoos proberen we ouders (die niet graag boeken lezen) te bereiken via aantrekkelijk materiaal. Door heel ontschuldigende taal, veel visualisaties en metaforen te gebruiken, helpen we ouders om stil te staan bij gedachten, gevoelens en gedragingen van hun kind en op die manier therapie en samenwerking met de therapeut meer kansen te bieden, zodat groei en ontwikkeling verder geoptimaliseerd worden. Door te werken met een doos, in plaats van een boek, kan ook materiaal voor spelletjes aangeboden worden en wordt het een interactief geheel. Snuisteren in de kleine doosjes spreekt jong en oud aan, waardoor mogelijks al enige verbinding tussen ouder en kind geïnitieerd wordt. Denken, voelen en doen komt aan bod. 
Heidi Vandenberghe Master Klinische Psychologie CGG Largo

 

WS10: Hou me vast…laat me los? Help, mijn kind is (jong)volwassen!

Door D'hont

We voelen in onze dagelijkse werking hoe een opname op transitiepsychiatrie voor iedereen een uitdaging vormt. Onze jongvolwassenen bevinden zich in een belangrijke ontwikkelingsfase, waar veranderingen zich opdringen binnen vrijwel alle levensdomeinen. Tijdens deze spannende periode vervullen ouders een belangrijke rol als steunfiguur en emotioneel vangnet. Dit wordt echter vaak niet toegelaten door de jongeren vanuit hun drang naar autonomie en individuatie-separatieprocessen die in deze leeftijdsfase voorop staan. Ze zijn 18 geworden en dus (voor de wet) volwassen, wat impliceert dat ze het recht hebben om contact met hun ouders binnen de behandeling te weigeren. Ouders voelen zich daardoor vaak machteloos, niet gehoord en in de steek gelaten. Zeker wanneer er voorheen reeds een opname op kinder- en jeugdpsychiatrie was, waar toch een andere cultuur heerst en betrekken van de context een evidentie is. Binnen deze workshop wil ik graag toelichten hoe we motiverend aan de slag gaan rond contextuele therapie, zowel met ouders als met onze jongvolwassenen. Het is een periode met kans op herstel van trauma’s uit de kindertijd, ontstaan van nieuwe relationele dynamieken tussen ouder en kind, ondersteunen van de individuatie-separatieprocessen op een warme en respectvolle manier voor alle partijen… Ook als de jongvolwassenen nog niet klaar zijn voor contextgesprekken laten we ouders niet in de kou. We organiseren oudergroepen, waarop alle ouders welkom zijn. Dit draagt bij tot inzicht in onze werkingsvisie, maar zorgt vooral ook voor uitwisseling, ondersteuning en lotgenotencontact.

 

WS36: Traumasensitief en veerkracht bevorderend net-werken met kinderen en jongeren

Over vuurspuwende draken, stressmonsters en ‘het gedoe’ in huis, groep of klas. Kind- en jeugdprofessionals en familiewerkers moeten met kinderen, jongeren en vele betrokkenen een weg vinden in een veld getekend door ingrijpende of traumatische ervaringen. Hoe hou je rekening met de impact van langdurig relationeel trauma binnen contexten die zich daar niet direct toe lijken te lenen? Wat te doen als kinderen en jongeren in het hier en nu ons confronteren met overspoelende emoties (woedebuien, paniekaanvallen,…), lichamelijke lasten (nachtmerries, bedplassen, tics,…) of problematisch gedrag (liegen, stelen,…)? In de praktijk balanceren we op een smalle koord. We willen rekening houden met deze indringende moeilijkheden, door aan te sluiten bij, en erkennend te zijn op een trauma-sensitieve wijze. Tezelfdertijd willen we kinderen en jongeren ook steunen om zo snel mogelijk en zo gewoon mogelijk terug deel te nemen aan het dagelijkse leven. In deze zoektochten kan het gevoel ertoe te doen en erbij te horen zoek raken, niet alleen bij het kind maar ook bij alle andere betrokkenen. We tonen mogelijke wegen om veilige grond onder te voeten te creëren samen met kinderen en jongeren. We verkennen hoe we stap voor stap kunnen proberen om de pijnlijke ervaringen een plek te geven in de veelheid van relaties en gebeurtenissen in hun leven. We maken daarbij ook ruimte voor ernstige speelsheid en speelse ernst. Samen weven we netwerken van wederzijdse support en solidariteit.

Sabine Vermeire orthopedagoog - systeemtheoretisch psychotherapeut Interactie academie

WS52: Netwerken van wederzijdse support en solidariteit

 

Netwerkgericht werken scheert hoge toppen. ‘It takes a village to raise a child’ is het motto van menig hulpverlener. Iedereen heeft baat bij een netwerk en het netwerk is er in functie van het kind. Deze ideeën zetten ons al snel op de actiestoel: we brengen de netwerken in kaart en mobiliseren vervolgens de passende netwerksteun of -zorg. Deze interventie kan onbedoelde lastige effecten hebben en tot gemiste kansen leiden. We zien dan het kind niet als actieve participant, maar als vooral steun en hulp behoevend. In vele toepassingen van het netwerkgericht werken ontbreekt de notie van bidirectionaliteit. Wat betekent het kind voor dat netwerk? Welke waardevolle impact heeft zijn/haar doen en laten op leden ervan? Wat kunnen netwerk- en zorgfiguren leren van het kind? Door ook hier consequent bij stil te staan, verhogen we het gevoel van relational agency bij het kind, het gevoel er toe te doen in contact met belangrijke anderen. Inzetten op wederkerigheid kan ook wederzijdse effecten hebben. Zowel het kind als het netwerk kunnen ervaren voor elkaar belangrijk te zijn en andere, betekenisvolle vormen van verbinden kunnen op de voorgrond komen. ‘It also takes a child to raise a village’ zou een verfrissende aanvulling kunnen zijn. Binnen een nieuwe module van behandelingspleegzorg onderzoeken we hoe we van bij de aanvang van het therapieproces de betekenis die pleegkinderen en hun netwerken voor elkaar hebben kunnen honoreren en we zo het besef van invloed (veerkracht) bij alle betrokkenen kunnen bevorderen.

Annemie Vanelven, Sara Janssens en Sofie Geerinckx - behandelingspleegzorg (binnen Pleegzorg Provincie Antwerpen)

 

Film

Wawan’s prayer: een unieke film over autisme in Indonesië 

Door Winny Ang

‘Wawan’s Prayer’ (2020) is een boeiende documentaire over een jongen met autisme die in een Indonesisch stadje woont. Na vele uitdagingen om de gepaste ondersteuning te vinden op het thuisfront en binnen het onderwijs, nemen zijn ouders één van moeilijkste beslissingen: hij wordt naar een nieuwe school gestuurd waar specifieke ondersteuning is voor kinderen met autisme. In de film leer je Wawan kennen en maak je kennis met de doortastende manier van de schooldirecteur om een inclusieve en gemeenschapsgerichte schoolsetting te creëren. 
De documentaire is gemaakt door Rob Lemelson, een bekende antropoloog-regisseur die de geestelijke gezondheid in Indonesië via ethnografische documentaires belicht. 
In deze workshop bekijken we de film en is erna ruimte voor reflectie. Het is een inspirerende ingangspoort om belangrijke thema’s binnen de culturele psychiatrie & psychologie te bespreken.

 

Laatste update op: 22-08-2022