Hartmonitor

Hoe verloopt de behandeling?

De plaatsing van de implanteerbare looprecorder gebeurt op het cathlab.
De cardioloog verdooft de huid en maakt een kleine snede van 1 cm naast het borstbeen of onder de borst.
Daarna schuift de cardioloog een klein toestelletje ter grootte van een pink onder de huid, waarna de huid weer wordt dichtgemaakt. Je moet dit wondje 10 dagen droog houden, zodat het mooi geneest.
De implanteerbare looprecorder heeft een batterij die verschillende jaren meegaat. Het toestel registreert elke ritmestoornis en slaat deze op in het geheugen. Je krijgt een afstandsbediening mee, zodat je een extra opname van je hartritme kunt maken als je iets voelt waarover je je zorgen maakt.
De cardioloog bekijkt de registraties van het toestel via een externe computer en checkt ook de toestand van de batterij.