Pacemaker
Wat is een pacemaker?
Een pacemaker is een apparaat dat het hart permanent bewaakt. Het merkt abnormaal trage hartritmes op en ziet wanneer de doorgeleiding van prikkels naar de hartkamers vertraagd of geblokkeerd is.
Treedt er een abnormaal hartritme op, dan grijpt de pacemaker meteen in door het hart een elektrische prikkel te geven, waardoor je hartspier samentrekt. Die prikkel voel je niet.
Een pacemaker zorgt ervoor dat je hartfrequentie niet abnormaal traag is of uitvalt. Zolang het hartritme normaal is, is de pacemaker niet actief.
Er bestaat een éénkamer- en een tweekamerpacemaker. De éénkamerpacemaker (VVI) is een toestel verbonden met 1 draad die in de rechterhartkamer wordt geplaatst. Een tweekamerpacemaker (DDD) is een toestel verbonden met 1 draad die in die in rechtervoorkamer wordt geplaatst en 1 in de rechterhartkamer.
Een pacemaker wordt meestal geplaatst onder plaatselijke (lokale) verdoving. Na de plaatsing blijf je 1 nacht in het ziekenhuis. De volgende dag wordt 's ochtends de positie van de pacemakerdraden nagekeken.
Na de plaatsing mag je een maand niet rijden. Je moet in die periode ook voorzichtig zijn met de arm aan de zijde van de pacemakerplaatsing.