6 vragen over borstvoeding beantwoord
1. Hoe lang kan je borstvoeding geven?
Op het geven van borstvoeding staat geen tijdslimiet. De melk wordt nooit ongezond en blijft zich aanpassen aan de noden van het kind. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) raadt borstvoeding aan tot het kind 2 jaar oud is: tussen 0 en 6 maanden enkel moedermelk en erna moedermelk gecombineerd met vaste voeding.
Hoe lang iemand borstvoeding geeft is enerzijds persoonlijk en anderzijds cultureel bepaald. Bij Marokkaanse en Turkse families zien we doorgaans een traditie van langere periodes van borstvoeding. Dit komt kinderen alleen maar ten goede. Want de er zijn uiteraard heel wat voordelen aan borstvoeding: het is heel goed voor de moeder-kindbinding, de moeder geeft met borstvoeding antistoffen door, moedermelk is goed tegen allergieën, het is hygiënisch, economisch en altijd op temperatuur. En borstvoeding biedt ook bescherming tegen wiegendood.
Opvallend is ook dat moeders de keuze voor de borst of de fles vaak al gemaakt hebben nog vóór ze zwanger zijn. Het is dus ook een kwestie van wat je zelf van thuis hebt meegekregen.
2. Kan je twee of meer kinderen met een verschillende leeftijd terzelfdertijd voeden?
Dat is de zogenaamde tandemvoeding: een jonger en een ouder kind die allebei borstvoeding krijgen, het kan perfect. Het lichaam van de vrouw – en dus ook de moedermelk – past zich aan de noden van het jongste kind aan. Het oudste kind is al minstens een jaar oud en combineert de moedermelk in principe al met vaste voeding. Het jongste kind loopt geen risico op te weinig melk, wel integendeel. Doordat het oudste kind vrij grote porties drinkt en er dus voldoende melk is, krijgt ook de jongste meer dan voldoende. Jongste kinderen van zo’n tandemvoeding vallen meestal maar weinig af na de geboorte. Zij zijn er goed mee af.
3. Waarom maken vrouwen soms te weinig melk aan?
Bij sommige moeders loopt de productie inderdaad niet vlot vanaf het begin. Het basisprincipe geldt: hoe vaker je stimuleert én hoe beter de borst wordt leeggemaakt, hoe meer melk er beschikbaar zal zijn. Heel veel hangt af van het drinkgedrag van de baby: hoe vaak drinkt hij, hoeveel melk per keer,… Bij onvoldoende productie raden wij vaak kolven aan als extra stimulatie. Een tekort aan melk geraakt meestal opgelost, maar het is zeker niet altijd evident. De inspanningen worden niet altijd beloond. Dan combineren we met kunstvoeding en zijn we blij met alle moedermelk die er wél is.
4. Is het verschil tussen flesvoeding en borstvoeding nog altijd groot?
Ja. Hoewel de kunstvoeding enorm geëvolueerd is en ze zeer veel essentiële vitaminen en eiwitten bevat, ontbreekt het haar aan iets wat de industrie helaas niet snel zal kunnen ‘namaken’: afweerstoffen, antistoffen en bescherming tegen ziekten. Moedermelk heeft dit wel allemaal en dat is uiteraard een heel groot voordeel.
5. Kan je moedermelk lekkerder maken voor de baby? Wat zijn zaken die je moet vermijden om te eten? Wat is juist wel lekker voor de baby?
Voor alle duidelijkheid: je kan de smaak van moedermelk niet helemaal naar keuze afstellen. Het is wel zo dat sommige voedingsmiddelen een bepaald aroma toevoegen dat baby’s lekker schijnen te vinden: knoflook en vanille zijn daar goede voorbeelden van. De smaak van moedermelk is dus onderhevig aan smaakinvloeden, meteen ook de reden waarom kindjes die borstvoeding hebben gekregen minder moeite hebben met vaste voeding. Ze zijn namelijk al gewend aan een smakenpalet.
6. Wanneer mag je alcohol drinken als je borstvoeding geeft?
Het alcoholpercentage in moedermelk is exact hetzelfde als in het bloed. Voor 1 glas alcohol rekenen wij op een afbraakduur van 2 uur. Als je baby bijv. ongeveer elke 2 à 3 uur eet, kan je dus direct na het geven van de borst een glas drinken en is er geen enkel probleem. Op het moment van de volgende voeding is er geen alcohol meer in de melk. Ook als je bijv. een avondje weg wil en op voorhand afkolft of kunstvoeding geeft, kan je enkele glazen drinken. Met een goede timing is veel mogelijk!