Red de planeet met wat je eet

Van 20 tot 26 maart is het de week van de diëtist. Dit jaar staat de week in het teken van duurzame voeding. Want het redden van onze planeet, begint bij wat je eet. Onze diëtisten geven je alvast een paar tips om je eigen voeding duurzamer te maken.

Eet minder vlees

Vlees is verantwoordelijk voor 40% van de broeikasgassen uit voedselproductie. Minder vlees eten zorgt dus voor minder broeikasgassen, en dat is goed voor het milieu. Het is bovendien ook nog eens beter voor je gezondheid.

Volledig vegetarisch eten is niet per se nodig, maar zelfs één dag per week geen vlees eten heeft al een enorme impact op het milieu. De gouden raad: eet kleinere porties vlees, grotere porties groenten en 1 à 2 keer per week geen vlees. Let ook op welk vlees je eet. Kalfs- en rundsvlees hebben de hoogste CO₂-uitstoot, kip de laagste.

Wees eens plant-aardig!

Vervang vlees af en toe door peulvruchten, noten, mycoproteïne, sojaproducten (tofu, tempeh) of seitan. Let op met kaas als vleesvervanger. Kaas heeft ongeveer dezelfde milieu-impact als kip. Veel meer info en meer dan 1.000 recepten vind je op www.evavzw.be (Ethisch Vegetarisch Alternatief).

Is soja duurzaam?

Dat hangt ervan af waar de soja vandaan komt. Soja uit Zuid-Amerika is niet duurzaam. De ruimte en het transport die nodig zijn voor de teelt ervan, gaat vaak ten koste van oerwoud of andere natuur. Deze soja wordt meestal voor veevoeder gebruikt.

De meeste soja die gebruikt wordt voor vleesvervangers komt uit Europa en is wel duurzaam geteeld. Vleesvervangers op basis van soja zorgen voor minder broeikasgassen, land- en watergebruik dan vlees.

Recept-tip: Brownies van zwarte bonen

Ingrediënten

400g zwarte bonen uit blik
Handje pecannoten
2 eieren
5 el honing
4 el cacao
1 tl bakpoeder

Mix alle ingrediënten, behalve de noten, in een keukenmachine. Hak de noten grof en voeg ze toe aan het beslag. Bak 30 minuten in een oven van 175°. Smakelijk en benieuwd of je het verschil met ‘gewone’ brownies proeft!

Bron: Chickslovefood

Verspil zo weinig mogelijk voedsel

Koop op maat. Maak een boodschappenlijstje en check daarbij je voorraadkast, koelkast en diepvries. Kijk tijdens je inkopen ook goed naar de houdbaarheidsdatum en check die ook regelmatig in je ijskast, diepvries en voorraadkast.

Kook ook op maat. Ga na wie er allemaal mee eet, en of dat grote en kleine eters zijn. Wat is een goede portie? Hoeveel heb je in totaal nodig? Gebruik een keukenweegschaal, maatbeker …

Las af en toe een restjesdag in. De meeste restjes kan je makkelijk verwerken in een omelet, soep, quiche, ovenschotel …

Bij houdbaarheidsdata zie je soms ‘te gebruiken tot’ en andere keren ‘ten minste houdbaar tot’.

Te gebruiken tot (TGT): producten die op korte termijn kunnen bederven, zoals vlees of vis. Die kan je beter niet meer opeten na de houdbaarheidsdatum. Er kunnen bacteriën zijn gegroeid die je ziek maken.

Ten minste houdbaar tot (THT): bijvoorbeeld bij yoghurt of melk. Het gaat hier niet over een risico voor je gezondheid, maar een achteruitgang van de smaak, kleur of geur. Kijk, proef en ruik of het product nog goed is. Ongekoelde producten zoals droge pasta of rijst, of conserven, kun je vaak maanden na de houdbaarheidsdatum nog veilig eten.

Kies seizoensproducten

Een seizoensproduct is een groente- of fruitsoort die in een bepaald seizoen uit de volle grond, onverwarmde serre of plastic tunnel geoogst wordt. Die producten zorgen voor minder broeikasuitstoot dan producten uit verwarmde serres of importproducten.

Enkele voordelen?

- Ze zijn lekker én gezond: groenten en fruit smaken het best in hun seizoen

- Ze zijn goedkoper: transport of verwarmde serres zijn niet nodig

- Je eet gevarieerder: dat is belangrijk omdat niet elke groente- en fruitsoort dezelfde vitaminen en mineralen bevat

Online vind je verschillende kalenders met seizoensproducten, bijvoorbeeld op www.velt.nu.

Let op de herkomst

Hoe lokaler het voedsel, hoe minder kilometers het aflegt en hoe lager de uitstoot. Lokale producten zijn ook meestal supervers en minstens even lekker. Je steunt bovendien de lokale economie.

Je vindt lokale producten bij de boer of op de markt, maar ook in de meeste supermarkten. Niet alleen groenten, fruit en zuivel, maar ook vlees en zelfs wijn en frisdrank kan je lokaal kopen!

Let op: Transport veroorzaakt slechts 10% van de uitstoot. Als een product uit een ander land van de akker, uit de onverwarmde serre of plastic tunnel komt, kan het een lagere klimaatimpact hebben. Zo zijn trostomaatjes uit een verwarmde serre uit België soms minder duurzaam dan tomaatjes uit Spanje.

Drink kraantjeswater in plaats van fleswater

Kraantjeswater is minder belastend voor het milieu, omdat het via het ondergrondse waterleidingsnetwerk tot in ons glas komt. Een stuk duurzamer dan vrachtwagens!

Kraantjeswater is veel goedkoper dan flessenwater, én je zorgt voor minder plastic. Het is bovendien ook gezond, want het voldoet aan 67 strenge kwaliteitseisen, die elke dag gecheckt worden. De normen zijn zelfs strenger dan voor flessenwater!

Vermijd frisdrank, sappen en alcohol

Frisdranken, vruchtensappen en alcohol zijn niet alleen minder goed voor je gezondheid, ze belasten het milieu ook meer. Ze worden gemaakt in een fabriek, vergen veel verpakkingsmateriaal en worden met vrachtwagens getransporteerd.

Vind je water saai of niet lekker? Pimp het eens met munt, citroen, limoen of ander fruit. Je zal versteld staan hoe lekker het is!

Verpak je lunch in herbruikbaar materiaal

Gebruik brooddozen of herbruikbare boterhamzakjes in plaats van aluminiumfolie of plastic zakjes. En neem zeker ook je drinkbus voor vers kraantjeswater mee.

Let op keurmerken

Keurmerken helpen je om duurzaam te kiezen in de supermarkt. Er bestaan intussen al heel wat voedingskeurmerken die wijzen op eerlijke handel, dierenwelzijn en/of milieuvriendelijkeheid.

De koplopers onder de keurmerken zijn deze 12 TOP keurmerken:

To bio or not to bio

Ja, want:

• Geen kunstmest en synthetische bestrijdingsmiddelen

• Geen uitgeputte bodem door wisselteelt en plantkeuze
• Gezonder en gevarieerder bodemleven
• Meer biodiversiteit

Nee, want:

• Meer grond nodig voor dezelfde hoeveelheid voedsel
• Energieverbruik hangt af van hoe zuinig de teler werkt
• Meestal duurder
• Niet wetenschappelijk aangetoond dat ze gezonder zijn