Cervicale discushernia

Definitie

Tussen de nekwervels bevinden zich de tussenwervelschijven (discus) die zijn opgebouwd uit een stevige vezelring (annulus fibrosus) met centraal daarin een gel-achtige kern (nucleus pulposus).

We spreken van een cervicale discushernia wanneer de zachte, gel-achtige kern gaat uitpuilen, doorheen een scheurtje in de vezelring naar buiten geperst wordt en zo de zenuwwortel beknelt.

Oorzaken

Een cervicale discushernia is het gevolg van een traag toenemend slijtageproces (degeneratie) van de discus.

Symptomen

Door de druk van de zachte kern op de zenuw die naar de arm gaat, straalt er pijn uit in de arm, vaak tot in de vingers.

Die pijn kan gepaard gaan met:

  • tintelingen
  • gevoelloosheid
  • voosheid
  • zelfs krachtsvermindering

Behandeling

De neurochirurg start de behandeling met:

  • adequate pijnstilling
  • relatieve rust
  • ontstekingsremmende medicatie
  • en eventueel ook infiltraties (inspuitingen)

Indien de klachten niet verdwijnen kan de neurochirurg een chirurgische ingreep uitvoeren.

  • Meestal wordt gekozen voor een ingreep via de hals (anterieure cervicale discectomie en fusie (ACDF)).
    In dat geval worden de tussenwervelschijf en hernia aan de voorkant verwijderd. Hierdoor komt de geknelde zenuw weer vrij te liggen. Om de tussenwervelschijf te vervangen, plaatst de neurochirurg een kunststof blokje (cage) tussen de 2 nekwervels. De bedoeling is dat deze 2 wervels na verloop van tijd aan elkaar gaan vastgroeien (benige fusie).

    Indien nodig, zoals bij ingrepen op meerdere niveaus, brengt de neurochirurg nog een metalen plaatje met schroefjes aan op de voorzijde van de wervelkolom. Dit plaatje zorgt voor extra stabiliteit.

    Het vastzetten van twee wervels (= één niveau) heeft normaal geen invloed op de beweeglijkheid van de nek.
     

  • Bij een zachte hernia (zonder artrose) die voldoende aan de zijkant zit, is een operatie via de nek (posterieure toegang) een goed alternatief.
    Hierbij verwijdert de neurochirurg enkel de hernia en niet de tussenwervelschijf.
    Het grote voordeel is dat de 2 wervels niet vastgezet worden (geen fusie) met behoud van de normale beweeglijkheid op dit niveau en in principe geen versnelde slijtage van de tussenwervelschijf erboven of eronder.

Bij beide ingrepen is het hoofddoel de geknelde zenuw vrij te leggen (decomprimeren) om zo de pijnuitstraling in de arm te behandelen. De invloed van de operatie op de nekpijn is vooraf veel moeilijker te voorspellen.

Laatste update op: 24-09-2020
Auteur(s): Team Neurochirurgie