Schildwachtklieren worden opgespoord met een licht radioactieve stof. Deze stof wordt op de afdeling Nucleaire Geneeskunde met vijf kleine injecties in de borst gespoten. De eerste klier waar de ingespoten vloeistof in terecht komt, is de schildwachtklier of sentinelklier.

Kort voor de operatie wordt ook een blauwe kleurstof ingespoten in de borst. De kleurstof zorgt voor een blauwverkleuring van de lymfebanen en de schildwachtklier. Dit is een extra hulpmiddel om de schildwachtklier tijdens de operatie terug te vinden. De schildwachtklier is nu zichtbaar (blauw) en zendt meetbaar een zwakke straling uit.

De chirurg zal de schildwachtklier(en) via een kleine snede in de oksel verwijderen. Terwijl je slaapt onderzoekt de patholoog deze klieren onder de microscoop. (vriescoupe of voorlopig spoedonderzoek) Wanneer de patholoog bevestigt dat er kankercellen aanwezig zijn zal de chirurg ook de overige okselklieren verwijderen. De definitieve uitslag van de schildwachtklierprocedure is meestal binnen een week bekend, bijkomende kleuringen kunnen de uitslag van het spoedonderzoek nog wijzigen. Op basis daarvan wordt in het MOC-overleg besloten of een okselklieruitruiming noodzakelijk is.