Nieuwe techniek voor behandeling levensbedreigende hartritmestoornissen

19/12/2023

In het ZAS Hartcentrum in Antwerpen zijn de eerste patiënten met levensbedreigende hartritmestoornissen behandeld met een nieuwe techniek. De techniek verkleint de kans op een bloeduitstorting in het hartzakje (= het vlies rond het hart). Dat is de meest gevreesde verwikkeling van de oude techniek. Bij de nieuwe techniek wordt het hartzakje opgeblazen met CO2, waardoor de arts veel meer ruimte heeft om de bron van de ritmestoornis te behandelen.

Sommige hartritmestoornissen kunnen leiden tot plots overlijden. Een veilige behandeling van de oorzaak - zonder het hart te beschadigen tijdens de ingreep - is daarom van het grootste belang. De nieuwe techniek voor de behandeling van levensbedreigende ritmestoornissen van de hartkamers behaalde al positieve resultaten in het buitenland.

Tot 240 slagen per minuut

Bij een normaal werkend hart ontstaat bij elke hartslag één elektrische prikkel, gemiddeld 60 keer per minuut. Die loopt vervolgens als een golf over het hart. Als die golven elkaar opvolgen in een vloeiend ritme, is er niets aan de hand.

Wanneer zich onderweg een kortsluiting voordoet, blijft de elektriciteit hangen en ontstaat een ritmestoornis. De elektrische prikkels slaan dan op hol, waardoor het hart veel sneller en inefficiënt gaat pompen. Bij een ritmestoornis in de kamers van het hart is dat tot 240 slagen per minuut.

Hierdoor blijft het bloed in het hart stilstaan en stroomt het niet meer naar de rest van het lichaam. Het gevolg is dat de hersenen onvoldoende bloed en zuurstof krijgen. Als zo'n hartritmestoornis niet behandeld wordt, kan ze dodelijk zijn. De behandeling bestaat uit het herstellen van de elektrische geleiding, zodat het hart niet meer op hol slaat.



Oppompen van het hartzakje

Bij de nieuwe techniek is de kans op verwikkelingen veel kleiner dan bij de klassieke aanpak. Hierbij blaast de arts CO2 tussen het hart en het hartvlies. Zo ontstaat er in het hartzakje meer ruimte om de zone te benaderen die de ritmestoornis veroorzaakt. Vervolgens herstelt de arts de normale geleiding door kleine littekens te creëren in de cellen die de stoornis veroorzaken. Zo wordt de normale geleiding hersteld.

Doordat bij de nieuwe techniek geen insnede onder het borstbeen meer nodig is, heeft de patiënt ook minder pijn. De nieuwe techniek duurt hooguit een halfuur, tegenover bijna twee uur voor de klassieke ingreep.

De cardiologen-elektrofysiologen van ZAS Hartcentrum, in het bijzonder dr. Antanas Strazdas, leerden de techniek in het universitair ziekenhuis van Brighton (Verenigd Koninkrijk).

‘Elektricien van het hart’

Prof. dr. Bruno Schwagten van ZAS Hartcentrum: “Als cardioloog-elektrofysioloog zijn we de elektricien van het hart. Bij een hartritmestoornis herstellen we de elektrische geleiding, zodat het hart niet meer op hol slaat. Met de klassieke techniek hiervoor moeten we met een naald in de ruimte tussen het hart en het hartzakje prikken. Die ruimte is maximaal enkele millimeters breed, wat de handeling heel moeilijk maakt en waarbij het hart lekgeprikt kan worden. Het hart bevindt zich immers heel dicht bij de naald, en blijft altijd bewegen. Ook de alternatieve chirurgische ingreep is niet gemakkelijk: de chirurg maakt dan een tunneltje naar het hart via een sneetje van 5 à 7 centimeter onder het borstbeen. Vervolgens moet hij het hartzakje insnijden om bij de probleemzone te geraken. Voor de patiënt is dat een pijnlijke ingreep.”

Dr. Antanas Strazdas leerde de techniek in het universitair ziekenhuis van Brighton (Verenigd Koninkrijk): “Het idee van de nieuwe techniek is om veilig, snel en met zo weinig mogelijk schade aan het omliggende weefsel toegang te krijgen tot de ruimte rond het hart, zonder het hart te beschadigen. Met de nieuwe techniek is de kans op verwikkelingen veel kleiner. Doordat de arts CO2 blaast tussen het hart en het hartvlies (dat rond het hart zit) ontstaat in het hartzakje meer ruimte om toegang te krijgen tot de zone die de ritmestoornis veroorzaakt. In plaats van een insnede in de borst wordt een gaatje van slechts 5 millimeter geprikt. Daardoor heeft de patiënt na de ingreep ook veel minder pijn.”

ZAS Hartcentrum behandelt jaarlijks 100 à 120 patiënten met dit type levensbedreigende hartritmestoornis. De nieuwe techniek wordt geleidelijk aan ingevoerd voor de behandeling van hartritmestoornissen. Op jaarbasis behandelt ZAS Hartcentrum meer dan duizend patiënten met hartritmestoornissen.

3 mogelijke behandelingen

Er zijn drie manieren om levensbedreigende hartritmestoornissen te behandelen.

  1. Medicatie om het hartritme te controleren.

  2. Ablatie wanneer de medicijnen onvoldoende resultaat geven. Hierbij elimineert de arts de hartritmestoornis door met opzet kleine littekens te creëren in de cellen van het hartweefsel die de ritmestoornissen veroorzaken. Zo worden de elektrische prikkels geblokkeerd die het ritme in het hart verstoren.

  3. De inplanting van een defibrillator. Die is te vergelijken met een pacemaker, maar heeft een extra functie. Waar een pacemaker wordt ingezet om bij trage hartritmestoornissen de samentrekking van het hart aan te sturen, kan een defibrillator snelle hartkloppingen stoppen door een elektrische shock te geven.

Fusie tot Ziekenhuis aan de Stroom

De vzw’s achter de Antwerpse ziekenhuizen ZNA (Ziekenhuis Netwerk Antwerpen) en GZA Ziekenhuizen willen op 1 april 2024 fuseren tot vzw Ziekenhuis aan de Stroom (ZAS). ZAS Hartcentrum is de samenwerking van de cardiologen van Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA) en GZA Ziekenhuizen.


Het materiaal voor de nieuwe techniek


Prof. dr. Bruno Schwagten en dr. Antanas Strazdas
Beelden van een chirurgische ingreep voor behandeling van hartritmestoornissen 

Laatste update op: 20-12-2023