2011 Brussel

Na een donkere winterperiode konden we er eindelijk met Surplus weer op uittrekken. 
Stipt om 7.30 u vertrokken we met veel enthousiasme richting Brussel, onze eigenste hoofdstad en die van Europa.

Chauffeur Frans zou ons er veilig naartoe brengen en we hadden geluk. Het verkeer liep vlot zodat we nog een tussenstop konden maken, eventjes de benen strekken om 2 uren later kennis te maken met onze gids Eric. Hij reed met ons mee en vertelde honderduit over zijn Brussel, de Marollen met zijn gekende rommelmarkt, de Blaesstraat, de Zavel. We werden regelmatig op een verkeerd been gezet want voor alles had hij wel ZIJN uitleg. Het klassenverschil tussen de burgerij en de kleine man bracht hij heel levendig in beeld. We genoten van elk woord. Tijd voor koffie was er in het Bellevue Museum aan het Paleizenplein. Daarna bracht de bus ons naar de Matongé wijk waar we voor de lunch werden verwacht in bistro L’Ultime Atome. Het eten was een beetje ongewoon maar wel lekker voor wie van gember houdt.

Matongé

Voor de wandeling door de Matongé werden we opgesplitst in 2 groepen. Honderd jaar geleden was de buurt rond de Naamse poort het politieke centrum van Congo. De komst van de Afrikanen begon pas na de Expo in ’58 toen er een Congolees koor kwam zingen. Een zekere Monique van der Straten zorgde voor hun opvang en bij het afscheid later zei ze ‘wie volgend jaar wil komen studeren in België, wees welgekomen.’

Een jaar later stonden ze met acht aan haar deur en 360 dagen later kwamen er daar nog eens twintig bij. Dat werd natuurlijk teveel voor haar en ze besloot een pand te kopen in Sint-Joost maar dat werd al vlug te klein en ze belandde uiteindelijk met haar ‘kroost” in Elsene. In het Afrikaans Huis in de Elzas Lotharingenstraat verblijven nog steeds 72 studenten.

Matongé is de wijk waar Afrikanen in Brussel graag de tijd doorbrengen. Ze kleuren de straten. Fruitstalletjes tonen hun exotische waar. Maniok, grote bakbananen, aardnoten en pepers liggen uitnodigend op kopers te wachten. De kapsalons draaien er op volle toeren. Sommige kapsels vragen tot 8 uren werk en klanten bellen dan hun vrienden voor een babbeltje ter plaatse. Soms wordt een dergelijk kapsel in twee dagen afgewerkt. Ze komen gewoon de volgende dag terug voor de andere helft. De kleurrijke stoffenwinkels, lokale restaurantjes en cafés maken het plaatje compleet.

Waar we ’s morgen vlotjes naar Brussel reden, leerden we dat ook Brussel zijn files heeft. We waren een uur onderweg om van Matongé 3 km verder aan ons Hotel te geraken. Een prima organisatie zorgde ervoor dat we snel naar onze kamers konden zodat er nog wat tijd over was voor een korte rust.

Om 19.30 u werden we aan tafel verwacht voor het diner. Het was allemaal heel lekker en de vriendelijkheid van het personeel maakte het geheel compleet.

Beurs en stadhuis

Na een heerlijk ontbijt reden we richting Beurs waar we om 9.30u werden opgewacht door onze gidsen voor een rustige wandeling in de buurt van de Grote Markt. De Brusselse Markt heeft opmerkelijke gevelrijen en behoort dan ook tot het werelderfgoed. Het stadhuis is het enige resterende gebouw uit de late Middeleeuwen. In 1695 vallen de grote Markt en omgeving in een paar dagen in puin onder een zwaar bombardement. In vijf jaar tijd wordt ze heropgebouwd waardoor alles niet zo oud is als we veronderstelden. We wandelden straat in, straat uit en kwamen wel in de buurt van Manneke Pis maar kregen deze grote meneer toch niet te zien.

Onze ‘koffiepauze’ namen we in het typisch Brussels café ‘A la Mort Subite’. Dit vermaard café is een echt Brussels instituut geworden met zijn typisch, goed bewaard interieur dat nog volledig de sfeer van de Belle Epoque oproept. Het huis dateert uit 1902 maar werd al in 1910 tot een café-restaurant verbouwd. Hoewel er nogal wat toeristen over de vloer komen, behoudt dit café nog altijd een typisch Brussels karakter. Het is er "rustig", wat voor een deel te maken heeft met het feit dat er geen muziek gedraaid wordt.

Atomium

Na deze wandeling was het tijd om naar de hoogste bol van het mooi opgeknapte Atomium te vertrekken. Het was er wel eventjes aanschuiven voor de lift maar eens aan de beurt waren we in een zucht boven. We genoten van het lekker eten en met alle tafels aan de ramen hadden we een prachtig uitzicht over Brussel. Later werd aan de voet van ons nationaal monument nog een groepsfoto gemaakt.

Toen was het de hoogste tijd om naar het Museum van Schone Kunsten te rijden voor de retrospectieve tentoonstelling van het werk van René Magritte naar aanleiding van de honderdste verjaardag van zijn geboorte. Magritte werd inderdaad in 1898 geboren in het Waalse Lessines. Hij overleed in 1967. De tentoonstelling is zeer ruim opgezet en biedt het meest representatieve overzicht van zijn werk ooit vertoond. Naast werken van Magritte in de diverse disciplines worden ook heel wat documenten, brieven, drukwerken en andere memorabilia getoond.

Rond 17.15u reden we terug richting Antwerpen, iedereen moe en voldaan.

‘Genieten’ is een woord dat in ons woordenboek mag staan zeker als we met Surplus onderweg zijn. Het deed deugd weer eens weg te zijn ‘in goede handen’.

Heel graag een welgemeende dank u wel voor het hele Surplusteam. Jullie hebben ons weer echt in de watten gelegd. Verwend worden, het doet toch zo’n deugd.

Bekijk ook de fotoreportage

Laatste update op: 25-08-2021