Bergflanken bezaaid met cyclamen

Ons tentenkamp staat opgesteld aan de rand van een riviertje en vlakbij een dorp. Gewiegd door de stem van de muezzin, die weerklinkt vanop de minaret van de dorpsmoskee, proberen we in ons tentje in te dommelen. De duisternis valt in en brengt ontelbare kleine levende wezentjes tot leven. Ze uiten hun levensvreugde in een fantastisch kikker- en/of paddenkoor. De volgende ochtend worden we gewekt door de zangerige roep van alweer de muezzin. Hij roept de gelovigen op tot het gebed. ‘Er is maar één God en dat is Allah’. ‘Allah Akbar’. In dit vroege uur in ons tentje maak ik me de bedenking dat er maar één God is met verschillende namen en toedrachten. En die God heeft op mijn pad bijzondere deskundigen gezonden die mij het leven hebben gered. Ik ben springlevend en geniet met volle teugen. En daarvoor ben ik hen ‘levenslang’ ontzettend dankbaar. Mijn dag kan niet meer stuk.

We trekken over bergflanken getooid met Thua’s, warme aardekleuren, oker overheerst. Bergflanken zijn bezaaid met cyclamen (alpenplantjes).De plantjes doen aan egels denken met zijn bolronde kussentjes van nietige gele of purperen bloempjes. We struinen door tijmplantjes die heerlijk ruiken. Slingerende muildierpaadjes klimmen naar een vlakte met een kudde geiten en schapen. Langzaam trekken we verder naar het kwetsbare milieu van hooggelegen valleien en plateaus.

De plantengroei maakt plaats voor korstmossen en rotsen. Het bergmassief rijst hoog boven ons op. Een rotspad, verstevigd met palen en stenen vlak langs een rotswand wordt ons doel. Zelfs de ezeltjes met hun tengere poten hebben moeite dit pad te beklimmen en worden zoveel mogelijk ontlast. Zorgzaam lopen de drijvers kort bij hun dieren. Rita, Sally, Ibrahim en de drijvers kijken als ware ‘Apachen’ (Indianen) in een westernfilm vanop de top toe hoe onze groep langzaam en gestaag over het steenslagpad vordert. Bomen worden schaarser, rotsen kaler. We zullen een tandje moeten bijsteken. En het reservegebit met die tandjes vinden we terug in de rugzak van Gerlinde. Dr Gerlinde heeft ook aan alles gedacht !

Na de oversteek van een bergpas vinden we ons tentenkamp terug op een hoog gelegen plateau. Ziedende wind speelt door de bosjes arven (bomen) en rukt aan onze tenten. De ezels zijn onrustig. Twee dieren draven plots vurig achter elkaar aan dwars door het tenten-kamp heen. Sally, netjes opgeborgen in haar tent, is er helemaal van ondersteboven. Maar weldra keert de rust terug. De muilezeldrijvers roepen hun dieren tot de orde nu net voor het slapengaan.

De zon is intussen omlaag gewenteld en in haar verschillende standen in haar baan tovert ze andere kleuren op landschap, tentenkamp, trekkers en dieren.

Paars en blauw in de avond overheerst in de zinderende verten boven de bergen. De kleur en structuur van de tenten wordt versterkt door het warme, zachte licht aan het eind van de dag. De bomen ruisen niet meer. Tegen zonsondergang heeft de hevige wind zich teruggetrokken en een machtige stilte, die ons dankbaar ingetogen maakt voor het mooie natuurdecor, treedt in, met op de achtergrond het zachte geluid van balkende ezeltjes. Ik geniet intens.De schemering. Alles krijgt een diepe tint. Het heldere zilveren licht van de volle maan treedt in. Een eenzame, oudere Berber gehuld in zijn prachtig bruine gewaad schrijdt door het kamp en houdt de wacht alvorens aan zijn avondgebed te beginnen. Samen met de volle maan en de merkwaardige stilte hoor ik gedempte mensenstemmen uit de tenten naast ons- dit is een romantische nacht. Een schim wandelt buiten en werpt een bijzonder patroon op onze tent. Wie zal het zijn op dit late uur nog op pad ? (…). Het is Micheline. Iets verder hoor ik het stille gesnuif van een ezel. Ik hoor voetstappen. Ik zou alles scherper willen zien, maar mijn bril ligt in het zijzakje van de tent. Het is ondertussen stikdonker. Al mijn zintuigen zijn alert. Er heerst een merkwaardige sfeer in het tentenkamp.

Laatste update op: 25-08-2021