Inherente kracht

De arve gedijt hier sinds onheuglijke tijden in bosformatie of als alleenstaande boom in het hooggebergte. Hij beschermt de zuidelijke hellingen en bergflanken tegen al te snelle afbraak door erosie. Hij houdt met zijn sterke wortels als arendsklauwen, de rotsblokken vast op de rand van de afgrond. Hij weerstaat aan de harde omstandigheden van zijn biotoop. De arve is een treffend levenssymbool dat we telkens weer kruisen op onze tocht. Hij richt onze aandacht op het kwetsbare milieu van deze hooggelegen valleien en plateaus. Deze dag boven 3000m leidt ons naar een prachtig plateau waar geiten en schapen grazen. Stilaan beginnen we te dromen over de M’Goun-beklimming. Tot op 3000m hoge passen breken ontelbare gele, purperen sterretjes uit bollegroene bloemkussens. Helle granietblokken en zwerfkeien liggen voor ons. En ginder beneden in de diepte aan een riviertje staan onze tenten al netjes opgesteld en wacht ons weer een heerlijk middagmaal. Langs een brede, groene vallei wandelen we tot aan het basiskamp van de M’Goun. Het landschap lijkt op Mongolië: vlak, weids en groen; een zomerweide waar vee en paarden grazen en waar ook een gîte is.

Aan de horizon van deze brede vallei tekent zich het bergmassief van de M’Goun af. Ons einddoel ligt voor het grijpen. Enigszins bedrukt door het nieuws dat morgen niet iedereen aan de beklimming mag deelnemen, trekken we ons na het avondmaal terug in onze tentjes. Heel attent en zorgzaam voor elkaar, met het vooruitzicht op een zware dag, veranderen vaste slaapgenoten spontaan van tent.

Ons basiskamp bevindt zich op 2900m. Vroeg uit de veren (4u ?), bij het krieken van de dag en zodra het klaar genoeg is, verlaten we het basiskamp en nemen afscheid van onze 3 achterblijvende ‘Gazellen’ (Renilde, Sally en Rita). Speciaal voor ons hebben ze in dit vroege uur hun slaap onderbroken om ons uit te wuiven en veel succes te wensen. Dit gebaar wordt door de klimmers erg geapprecieerd. We zijn er allemaal een beetje door geraakt. Het zal ons tijdens de beklimming vleugels geven.
De bergketen licht langzaam op in de goudglans van de opkomende zon. De zon raakt de randen van de eerste bergketen. Ik geniet van dit warme tafereel. Langs grote keteldalen trekken we hoger en hoger. Steenmannetjes maken ons duidelijk welke richting we moeten aanhouden.

Met schouders opgetrokken tegen de wind, die vanuit het hooggelegen gebied neerjaagt, vechten we ons naar de top. De kam lijkt niet zo meer zo ver, maar we vorderen langzaam. Hier heerst absolute stilte.Traag, gestaag, zetten we door. De adrenaline stuwt ons naar de top. Sneeuwpassages worden langer en het pad steiler.

Op steile hellingen met grind en losse stenen is er geen pad meer te bekennen. Hoe hoger we klimmen, hoe meer de M’Goun zich aftekent. Bij elke stap lijkt de helling steiler te worden. Boven op de rug van de morene hebben we een prachtig zicht op de Dades en aangrenzende toppen. De schuinlopende 3km lange berggraat komt in het visier. Met de nodige voorzichtigheid zoeken we een weg langs wankele keien.

We pauzeren enkele malen om onze voorraad nootjes, energy bars, dadels, gedroogd fruit, gember en drank aan te spreken. Lang rusten we niet, we moeten er snel terug vandoor. Handschoenen aan, mutsen op en klaar zijn we voor de ultieme beklimming. We klimmen met op onze hielen een Franse klimmersploeg eveneens op weg naar de top. Mijn gedachten gaan naar het boek ‘In het voetspoor van mijn vader’, Jamling Tenzing Norgay, zoon van de vermaarde sherpa Tenzing -Everestbeklimming met Edmond Hillary, waarin hij schrijft: “Elementaire les in bergbeklimming in je hart: De berg moet met respect en liefde tegemoet getreden worden, zoals een kind op de schoot van zijn moeder klimt. Wie de berg met agressie bejegent, zoals een soldaat zijn vijand, zal verliezen”. We laten ons niet opjagen door het andere team. Individuele wilskracht en zelfvertrouwen als eenheid binnen het team zijn belangrijk. Een klein team als het onze heeft met de onderlinge samenwerking waar ieder teamlid voor zichzelf weet te zorgen en tegelijk bereid is om zo nodig de anderen te ondersteunen, een inherente kracht.

Het isolement van zo’n groep, verwijderd van iedere hulp van buitenaf, versterkt het element van zelfredzaamheid en maakt de klimervaring intenser. En plots komt de mooie berggraat, 3km lang en de M’Goun-top (Oumsoud), in zicht.

Op de bijna vlakke bergkam ontvouwt zich een prachtig panorama: 360 graden rond: bergmassief.

Steile wanden, golvende hellingen, grillige vormen, sierlijke lijnen, sombere rotsmassieven, glinsterende sneeuwplekken. Een grandioos geheel van kontrasten ! We zijn nog 3km van de top (4068m) verwijderd. Een overweldigend gevoel; de zegeroes, overmeestert ons. De tocht heeft ons geraakt. Hier beleef ik de oneindigheid van alle natuurelementen en sta ik (opnieuw) even stil bij de eindigheid van mijn eigen leven. Het overweldigende landschap en de prestatie op zich maakt ons allemaal intens gelukkig. We vallen in elkaars armen en feliciteren elkaar uitbundig. We zijn er volledig voor gegaan en het is ons gelukt ! Zegegebaren en gebalde vuistjes maar ook weggepinkte traantjes komen te voorschijn. ‘Yes, we can !!!’. De ontlading is groots. De groepsfoto op de top mag niet ontbreken.

Uit het niets tegen een staalblauwe hemel komt een spierwiite zweefvlieger ons tegemoet en groet ons. Je zou bijna denken dat Sinte-Pieter even gedag komt zeggen. Op het steenmannetje op de top, getooid met gebedsvlaggetjes, prijkt nu ons steentje voor Anita, ééntje voor Ruben en de steen uit de Sinaïwoestijn. Hiermee laten we op de top onze voetdruk maar ook een stukje solidariteit achter.

Een gevoel van vrede treedt op na deze zware wedren naar de top. Ik hou van wat ik zie en die schoonheidservaring wordt nog versterkt door gedrevenheid en de gedachte aan al die mensen die op dit moment vechten tegen die vreselijke ziekte. Zij hebben mij naar de top gestuwd en ik heb hen -in mijn hart- op mijn beurt naar de top gebracht. Een sterke emotie. 
Door deze prestatie zijn we innerlijk verzadigd en keert blijmoedigheid, kracht en lichamelijk welbevinden terug. Alleen het feit dat ik me kan ontspannen is iets zoals geluk. Het is ongelooflijk hoe kleurrijk het landschap in de afdaling is: geel, okerbruin en blauwe strepen. Verscheidene vlechten en mineralen laten de aderen van de aardkorst oplichten. De kleuren wisselen in het ganse spectrum van de regenboog.

Met reuzensprongen en een beetje overmoedig dalen we af, wegzakkend en glijdend in steengruis en sneeuw. We balanceren over zwerfkeien. Na een lange afdaling en een langere rustpauze trekken we verder over slingerende paadjes en komen we oog in oog met schapen én een kudde dromedarissen van de Ait Atta, die hier op 3000m hoogte hun zomertenten opslaan op de azibs(=zomerweideplaatsen met herders en kudden). We schenken de haveloze herder de restanten van ons rantsoen.

 

Laatste update op: 25-08-2021