Craniocerebraal trauma

Definitie

Een craniocerebraal trauma, ook gekend als een schedel- en/of hersentrauma, ontstaat door de rechtstreekse of onrechtstreekse impact van een trauma op het hoofd. Een trauma is een letsel veroorzaak door een val, verkeersongeval, arbeids- of sportongeval, schietincident,...

Patiënten met een hersen- of schedeltrauma worden op de spoedgevallendienst opgevangen. Daar gebeurt de eerste klinische en radiologische evaluatie.

Een CT-scan van de schedel is het aangewezen onderzoek in de acute fase van een craniocerebraal trauma.

Soorten craniocerebrale trauma’s

We kunnen verschillende soorten letsels onderscheiden

Deze kunnen alleen of in combinatie voorkomen.

In detail

Schedelfractuur

Een schedelfractuur is een breuk van de schedel.

  • Een lineaire schedelbreuk zonder bijkomende letsels binnenin de schedel en zonder verplaatsing van schedelfragmenten vereist geen specifieke behandeling.
  • Een multifragmentaire indeukingsfractuur met belangrijke verplaatsing van de schedelfragmenten en eventuele bijkomende bloeduitstortingen of hersenkneuzingen vereist vaak wel een operatie.

De prognose van een schedelfractuur op zich (zonder traumatisch hersenletsel) is zeer gunstig.

Epiduraal hematoom

Een acute bloeduitstorting (hematoom) tussen het schedeldak en het harde hersenvlies gaat zeer vaak gepaard met een schedelfractuur en treedt vooral op bij de jongere bevolking.

De oorzaak is meestal een afscheuren van een slagader van de hersenvliezen of één van zijn takken. Gezien het gaat om een slagaderlijke bloeding kan deze zeer snel toenemen. Het gevolg is het optreden van een belangrijke druk op de hersenen en het ontstaan van een levensbedreigende situatie.

Klassiek is de patiënt onmiddellijk na het trauma goed en treedt er pas na enkele minuten tot uren een neurologische achteruitgang op. We noemen dit een intervallum lucidum. Een zeer dringende operatie met openen van de schedel, verwijderen van de bloeduitstorting en stoppen van de acute bloeding is absoluut aangewezen.

Bij een tijdige diagnose en ingreep is de prognose meestal zeer goed.

Acuut subduraal hematoom

Een acuut subduraal hematoom is een plots opgetreden bloeduitstorting tussen het harde hersenvlies en de hersenen ten gevolge van een ernstige traumatische impact op het hoofd. Deze bloeduitstorting gaat zeer vaak gepaard met een kneuzing van de onderliggende hersenen, met afscheuren van bloedvaten ter hoogte van het hersenoppervlak.

Frequent treedt er in een latere fase (tot zelfs 1 week na het trauma) een bijkomende zwelling van de hersenen op. Deze zwelling is een hersenoedeem die de druk in de schedel doet toenemen.

De behandeling is vooral afhankelijk van de grootte van het hematoom, de druk op de hersenen en de klinische toestand van de patiënt. Het hematoom kan verwijderd worden via een botluik in de schedel dat al dan niet wordt terug geplaatst. Om de druk in de schedel te kunnen meten en volgen, plaatst de neurochirurg dikwijls een intracraniële drukmeting.

De prognose hangt vooral af van de bijkomende hersenschade en de lokalisatie hiervan en is dikwijls pas mogelijk na enkele weken. Een langdurig verblijf op de intensieve zorgenafdeling is niet zeldzaam.

Acuut subduraal hematoom zien we ook bij (oudere) patiënten die antistollingsmedicatie nemen en een mild schedeltrauma opliepen.

Chronisch subduraal hematoom

Een chronisch subduraal hematoom is een bloeduitstorting tussen het harde hersenvlies en de hersenen. Een dergelijke bloeduitstorting komt meestal voor bij oudere patiënten na een beperkt hoofdtrauma, waarbij een ader ter hoogte van het hersenoppervlak scheurt.

Aanvankelijk gaat het om een kleine bloeding zonder symptomen die na verloop van dagen en weken toeneemt (door bijkomende bloedingen en ontstekingsreacties) en progressief meer druk op de hersenen veroorzaakt. Daardoor treden de klachten pas laattijdig na het trauma op.

Mogelijke klachten zijn:

  • Hoofdpijn
  • Verlamming
  • Verwardheid
  • Epilepsie
  • Bewustzijnsdaling
  • ...
    Meestal kan de neurochirurg het hematoom verwijderen (uitspoelen) doorheen één of meerdere boorgaten in de schedel en is de prognose gunstig.

Posttraumatische subarachnoïdale bloeding

Bij een posttraumatische subarachnoïdale bloeding bevindt het bloed zich tegenaan het hersenoppervlak, in de ruimte waar zich normaal het hersenvocht bevindt. Het bloed is met dit hersenvocht vermengd. Een posttraumatische subarachnoïdale bloeding gaat vaak gepaard met een hersenkneuzing.

Indien er twijfel bestaat of het subarachnoïdaal bloed een gevolg is van het trauma of indien er geen notie is van een duidelijk trauma, dan is een bijkomend onderzoek van de hersenbloedvaten noodzakelijk. Dit bijkomend onderzoek kan een eventuele onderliggende bloedvatafwijking (aneurysma) aan het licht brengen.

Een zuivere posttraumatische subarachnoïdale bloeding vereist in principe geen heelkundige behandeling en de prognose is gunstig.

Cerebrale hemorragische contusie/posttraumatisch intracerebraal hematoom

Een contusie is een bloederige kneuzing van het hersenoppervlak als gevolg van een slag of wrijving van de hersenen tegen de binnenkant van de schedel of over de schedelbasis. Hierbij raakt het hersenweefsel zelf beschadigd.

Indien de bloeding verder uitbreidt naar de diepte kan deze aanleiding geven tot een posttraumatisch intracerebraal hematoom. Dit is een bloeduitstorting in het hersenweefsel zelf die gepaard kan gaan met een stijging van de druk in de schedel.

Eventueel kunnen de kneuzingen en het hematoom verwijderd worden via een botluik in de schedel. Er kan ook een intracraniële drukmeting geplaatst worden.  Die laat toe de druk in de schedel te meten en te volgen.

Diffuse axonale schade

Door een plotse versnelling en afremming ten gevolge van een val of stoot kunnen de zenuwuitlopers (axonen) in de hersenen scheuren. Dit kan leiden tot meerdere verspreide, kleine (soms microscopisch kleine) hersenbloedingen die niet altijd zichtbaar zijn op een CT-scan van de schedel. Een MRI-scan van de hersenen brengt deze wel aan het licht.

De ernst van de schade kan sterk variëren van mild tot zeer ernstig. Een chirurgische behandeling blijft meestal beperkt tot plaatsen van een intracraniële drukmeting.

 

Laatste update op: 21-01-2021
Auteur(s): Team Neurochirurgie